Gepubliceerd op: zaterdag 4 april 2020

EI 215: Erik Bindervoet – De dichter heeft nieuwe schoenen

 

Dromend van een nieuwe organisatievorm
                van de cultuurwereld
schaft de avant-gardist zich een nieuw
                paar schoenen aan.
De oude, bijeengehouden door gaten,
goede bedoelingen en zilverkleurige ducttape
hadden definitief afgedaan:

de nieuwe tijd gaat nieuw geschoeid

en is van blauwig-paars suède!

Torpedo’s in de stalen neuzen,
dynamiet en cocaïne in de koperen hakken,
de tongen giftig en talig
                en de veters stroppen
om het verleden aan op te knopen!
Dat hij kleurenblind was, maakte niet uit,
zei de emotioneel en diabetisch uitgedaagde
schoenverkoper die op de line dance-avondjes
die hij frequenteerde bekendstond als

De Doodgraver.

– U bent de enige niet, zei hij,
                de spekgladde schoenlepel aanreikend
en vervolgens de splintergloednieuwe veter strikkend.

____
Er zitten een paar opvallende aspecten aan dit gedicht.

Zo is het in de basis een stukje proza. Vijf zinnen die beginnen met een hoofdletter, en eindigen met een punt of uitroepteken. De derde zin daarvan (‘Torpedo’s … knopen!’) heeft geen onderwerp of gezegde,maar vormt in zijn geheel een bijstelling bij de ‘schoenen’ uit v4.
Toch doet het gedicht helemaal niet als proza aan. Dat komt niet alleen omdat de dichter ze over versregels heeft verdeeld. Hij heeft zich ook flink uitgeleefd in de geschreven vorm van het gedicht: schuin- en vetgedrukte woorden, regels laten inspringen, meerdere lettertypes en -groottes. Maar bovenal: het vertoont grote afwisseling. In deze vijf zinnen wordt van verteltijd gewisseld (van onvoltooid tegenwoordige tijd naar onvoltooid verleden tijd), worden de woorden van de ‘schoenverkoper’ zowel een keer in directe rede als een keer in indirecte rede weergegeven, wordt zowel een in onbruik geraakt woord (‘doodgraver’) als een neologisme (‘splintergloednieuwe’) gebezigd.

Ook maakt het gedicht een Engelse indruk. Dat komt waarschijnlijk door het gebruik van leenwoorden als ‘ducttape’ en ‘line dance’, maar ook door een frase als ‘emotioneel en diabetisch uitgedaagde’, dat we als anglicisme mogen opvatten als we het vergelijken met een uitdrukking als “mentally challenged”. Ook het gebruik van het onvoltooid deelwoord draagt bij aan de Engelse sfeer. Dat doen we in het Nederlands weinig en in het Engels veel. Dit gedicht begint en eindigt met een onvoltooid deelwoord. Ook wordt de Engelse indruk versterkt door de belangrijkste verwijzingen: naar de gravediggers scene van Hamlet, waarin doodgravers voorkomen die een grap maken over de galg en Hamlet (volgens een noot in een vertaling uit de 18e eeuw) “eene zinspeeling op de schoenen met spitse neuzen, dat toen een buitenspoorige Mode was” maakt. En naar het rock-n-roll liedje Blue Suede Shoes.

Persoonlijk denk ik ook aan het verhaal Probleem van onsterfelijkheid en schoenen van Biesheuvel en aan het liedje Tenement Funster van Queen. Maar iedereen zal hier andere associaties hebben. (Op de achtergrond spelen bijvoorbeeld De nieuwe kleren van de keizer en Oidipous.) En dat is precies het punt. Het gedicht gaat over vernieuwing, maar maakt gebruik van bekende elementen. Die elementen hangen los-vast aan elkaar, ze zijn herkenbaar maar anders dan gewoonlijk, een beetje zoals dingen uit ons alledaagse leven in onze dromen terugkomen. Dus hoe serieus moeten we de vernieuwing in dit gedicht nemen? Het is teleurstellend als je droomt van ‘een nieuwe organisatievorm van de cultuurwereld’ en je niet verder komt dan een het kopen van een nieuw paar schoenen. Van de andere kant kunnen we die schoenen opvatten als manier om de vernieuwing tot stand te brengen. Niet voor niets wordt het paar schoenen beschreven in agressieve termen en worden de ‘veters’ geschikt geacht ‘om het verleden aan op te knopen’. We moeten het paar schoenen dus zien als symbool van de vernieuwing, of in ieder geval als het instrument daartoe. De uitdrukking “op een nieuwe leest schoeien” speelt mee. We denken aan een nieuwe mode, een nieuw geluid, een nieuwe literair-artistieke stroming.

De toon van het gedicht is ironisch. De proclamatie in v8/9 kan een parodie zijn op ieder willekeurig artistiek manifest uit het verleden. De allusie op “Blue Suede Shoes” en daarna de vermelding van de ‘line dance-avondjes’ maken duidelijk dat -alle bevlogenheid en verhevenheid ten spijt- het om niet meer gaat dan een modegril. Tel daarbij op dat de “nieuwe” stroming bestaat uit een andere presentatie van bekende elementen en de vernieuwing blijkt inderdaad “nieuw” te zijn op de manier waarop schoenen nieuw zijn: anders dan het voorgaande,maar geen wezenlijk verschil.
Want wat gebeurt er nadat er is afgerekend met het verleden? Dezelfde ‘veter’ waar het verleden aan opgeknoopt kon worden, wordt aan het einde door ‘De Doodgraver’ gestrikt. De ‘avant-gardist’ wordt vastgebonden in zijn eigen nieuwe schoenen. De onvoltooide deelwoorden waarmee het gedicht zowel begint als eindigt, suggereren dat dit een proces is dat voortdurend aan de gang blijft.

En toch, en toch. De bovenstaande bespiegelingen verklaren niet waarom dit gedicht me zo fascineert. Het heeft een eigenheid in ritme, toon en formulering waardoor het met gemak staande blijft tussen de verwijzingen naar het verleden. Tegelijk gaat het om met het besef dat iets werkelijks nieuws maken onmogelijk is. Dat doet het op een uiterst effectieve manier: door te laten zien dat dat helemaal niet nodig is.

 

 

De droom van eb inkt diervoer
Erik Bindervoet
Uitgeverij De Harmonie
ISBN 9789463360951

 

 

 

 

 

Over de auteur

Jeroen van den Heuvel

- Jeroen vertaalt poëzie en kinderboeken. Daarnaast schrijft hij essays over poëzie. Hij is redacteur van ooteoote.nl.