Boekenweek 2020 – Oswald Wiener
alles is schepping, ook het nihilisme is schepping.
alles is sjabloon, ook het bestrijden ervan, hoor je nu en dan zeggen.
dat zijn allemaal woorden, mijn lieverd, ook wat je tot zelfmoord drijft. het analfabetisme ontstaat met het alfabet; ik vraag je, burgermannetje, wie heeft je toestemming gegeven om zo met woorden om te gaan?
de geest past zich toe op zichzelf, door de vele spiegels gaat hij hopla naar de vaantjes, wat je nu beleeft zal je later overdenken, elke situatie heeft haar eigen taalgebied en de grenzen ervan, die bepaal ik.
weg met de symbolen!
zeg duivels is dan elk feit de gelijkenis van een ander in jullie hersenpan? weg met de helderheid!
net datgene wat jij zegt, daar hou ik niet van.
’s ochtends brult een vogel maar ik zou graag slapen.
deze vogel is mijn persoonlijke vijand. op een muur verweert een weken geleden doodgemepte kever met hem wil ik je vergiftigen.
alles begrijpen betekent niets vergeven.
(voor anarchis clootz)
revolutie
een vereniging van velen is sterker dan de enkeling – daarom zullen ze hem onderdrukken.
maatschappelijke ontwikkeling is woekeren, agitatie moge daarom verrotting zijn.
revolutie is machtsgreep van principes, haar principes zullen jullie wetten zijn.
als ik ook maar tien mensen omkoop, wordt mijn milieu mijn materiële basis.
individualisme bah! net als maatschappij, begrippen als krukken van een dwaas sorteren: het gaat om mij en de mensen die ik zo tref.
ik kom net van de hemel en kijken wat jullie daar doen. ik ben anoniem.
zoals montezuma’s onderdanen hebben jullie in overvloed wat mij van pas komt. jullie bieden me voedsel aan, daar neem ik voorzichtig van.*)
misschien gaan jullie aan mij ten gronde, ik zal melden dat jullie tijd om was.
een oud cultuurvolk, vreemde riten die ik me eigen maakte, makkelijk te leren.
koud — warm.
hoe veel raffinesses van genot ontneemt de koppige taal ons? hoeveel zintuigen gaan aan haar standaard ten gronde? stompzinnigheid is de omslag van de vereniging.
hypotheses.
je maakt een model, je gaat na of het werkelijk zo is, hoe goed is het?
wat kan het me schelen of het klopt. je moet de mooie beelden opstapelen, ik heb dringend overvloed nodig, overvloed is nauwelijks genoeg voor het noodzakelijkste.
ja – is het dan waar wat je hier schrijft? dwaas loop naar de pomp zoek je waarheid in de tempel, schijt, staar naar het spectrum.
beperking, middelen.
wat, je bent van plan de situatie te controleren?, met deze honderd bouwstenen slechts bouw je je alles van het lijf – maar ik neem wat er net is, de stand van zaken ontwikkelt zich vanzelf.
begint een schip te bouwen en er komt een jurk van,
honderd bouwstenen zijn je vrije wil, dan moet jij het kaartspel voor een zinnebeeld van het leven houden.
avertissement, met betrekking tot de oersoep van het bestaan.
ik ben geen nihilist, wie dat beweert is een stommerik.
ik zeg alleen dat alles klote is
*) evenwel: ‘montezuma’s wraak’ heten in mexico de aanvallen van diarree waar toeristen onvermijdelijk mee te maken krijgen. wat er ook van zij:
Uit: Oswald Wiener, die verbesserung von mitteleuropa, roman (Rowohlt Verlag, Reinbek bei Hamburg, 1969 , p. XXVII-XXVIII (vertaling: Erik de Smedt)