Gepubliceerd op: maandag 17 februari 2020

EI 205: De juiste zwijgrichting – Oren kraken

 

 
____
Voor een nummer van vijf minuten is de tekst niet lang. Als ik het wel heb, luidt die: ‘hoe aardplaatverschuivingen in gods oren kraken’.

Meest opvallende woord daarbij is natuurlijk ‘aardplaatverschuivingen’. Wat een woord. De eerste twee lettergrepen lijken zo veel op elkaar. Met een t-klank, maar vooral die langgerekte aa-klank waardoor het begin van het woord de tijd vertraagt. De volgende vier lettergrepen gaan daardoor als vanzelf sneller. En bewerkstelligen zo een verschuiving. De zang/voordracht-lijn maakt gebruik van deze kwaliteit van het woord en laat bovendien de toon stijgen in het tweede deel, waardoor de verschuiving nog sterker hoorbaar en voelbaar wordt.
Het woord brengt ons ook semantisch bij een andere tijdschaal dan die van alledag. De ‘aardplaatverschuivingen’ gaan langzaam. Ze herinneringen ons aan de leeftijd van de aarde en dat de continenten miljoenen jaren geleden samen het supercontinent Pangea vormden. De muziek past hierbij: ongehaast en wat plechtig door langgerekte vocale klanken. Het ligt ook in lijn met de religieuze toon van het nummer, dat het immers over ‘gods oren’ heeft. Gevoel, verstand en ziel halen ons eendrachtig uit het alledaagse.

Muzikaal bestaat het nummer uit korte fragmenten van verschillende toonregisters die worden herhaald. Sommige vallen tijdelijk weg en klinken later opnieuw. Soms harmoniëren de fragmenten, soms dissoneren ze. We zouden kunnen zeggen dat ze lagen vormen die over elkaar heen schuiven.
De benadering van de tekst past hierbij. Hoewel een soort van samenhangende zin, worden de delen als muzikale fragmenten behandeld. Het ‘hoe’ valt grotendeels weg in de langgerekte vocaal van de mannenstem. (Misschien kunnen we ook zeggen dat de ‘hoe’ door die langgerekte vocaal wordt uitgedrukt en uitgesmeerd.) Ondanks het opvallende woord ‘aardplaatverschuivingen’, heet het nummer ‘Oren kraken’. Een zinsdeel dat ook zelfstandig wordt herhaald. Alsof het de ‘oren’ zijn die ‘kraken’, in plaats van de instrumenten die het ‘kraken’ horen. Ontstaat het ‘kraken’ door het verschuiven van de aardplaten? Of alleen als de aardplaten over elkaar heen schuiven? Of ontstaat het kraken als onderdeel van het horen, de waarneming?
De fragmentering is ook opvallend in de “knip” die het nummer kent op 3″15 (inderdaad, de gulden snede). Daar valt het grotendeels stil, om zich na een seconde of vijf te herpakken. Zo ontstaan twee delen die duidelijk bij elkaar horen. Een fragmentering op een overkoepelend niveau t.o.v. de fragmenten waaruit het nummer is opgebouwd.

Het is een soort uitzoomen. Fragmenten van kortere fragmenten. Als we denken aan aardplaten (als fragmenten van de aarde) moeten we ook uitzoomen, onze alledaagse positie op de aarde opgeven en de aarde voor ons geestesoog vanaf een afstandje bekijken. We zoomen zo uit in de ruimte, maar het nummer laat ons ook uitzoomen in de tijd door een andere tijdschaal aan te nemen. Komen we hier op ‘gods’ positie? Laat het nummer ons horen ‘hoe aardplaatverschuivingen in gods oren kraken’? Als dat zo is, dan blijft het niet bij horen: we voelen het ook. We ervaren het zelfs nog dieper.

 

 

Ik doe alles na
De juiste zwijgrichting
Verkrijgbaar via bandcamp

 

 

 

 

 

Over de auteur

Jeroen van den Heuvel

- Jeroen vertaalt poëzie en kinderboeken. Daarnaast schrijft hij essays over poëzie. Hij is redacteur van ooteoote.nl.