EI 204: Jozef Deleu – Schrijven
woord
voor
woord
troost
bedenken
in tekens
verzonken
leven
herbeleven
essentie
zonder
overdaad
____
Dit gedicht is een staaltje van het dense, gekortwiekte minimalisme van Jozef Deleu (1937). Karig woordgebruik, veel witruimte, het schaven aan de taal tot op het bot van de grammatica. De kenmerken van een doorgrondelijk oeuvre.
Poëzie kan bikkelhard zijn. Gesloten, hoekig, weerbarstig. Grootmeester Ezra Pound schreef: “Dichten = condensare”. En ook: “Great literature is simply language charged with meaning to the utmost possible degree.”
Deleu is zo’n dichter die “alles” reduceert tot hét woord, dé letter. Hij maakt extreem kant-werk, karig en streng.
Dit gedicht telt exact 13 woorden, meestal één woord per regel, met als buitenbeentje de zesde regel ‘in tekens’. Inderdaad, letterlijk ‘woord voor woord’ verkondigt de dichter een heldere boodschap die eigenlijk een ultracompacte poëtica is.
Dit gedicht drukt precies uit wat het wil verkondigen. Vorm en inhoud zijn in complete harmonie. Als je de woorden naast elkaar zet, wordt het bijna een soort Oosterse wijsheid: ‘Woord voor woord troost bedenken in tekens, verzonken leven herbeleven, essentie zonder overdaad.’
Het gedicht bevat 11 o’s en 18 e’s. Vooral bij voordracht heel melodieus, ritmisch en klankrijk. De typografie van het gedicht noopt ook tot langzaam en nadrukkelijk (voor)lezen.
Voor veel dichters is poëzie ‘troost bedenken in tekens’. Ook al is dit anno 2020 een problematische queeste. Deze “romantische” traditie wordt door jonge dichters vaak de kop in gedrukt. Zoals enfant terrible Jeroen Mettes het kordaat poneerde: “IK WIL NIET GETROOST WORDEN.” Volgens hem was de hedendaagse poëzie verworden tot een grabbelton van prettige, troostrijke en hapklare gedichten: “Alles is goed, als het maar mooi is”.
Deleu wil het ‘verzonken leven herbeleven’ en ook deze stelregel lijkt wat oubollig in het hedendaagse poëzielandschap. Moeten we zo nodig hetgeen in de tijd verdwijnt nog eens oprakelen, uitspitten, herbeleven? Ook de ‘essentie zonder overdaad’ is allicht te evident qua wijsheid. Is essentie niet altijd zonder overdaad? Te tautologisch dus. Deleu wortelt in een humanistische traditie die zweert bij de grote thema’s: liefde, dood, vergankelijkheid, schoonheid…
De dichter “bouwt/een ranke/brug/van taal/tegen/vergetelheid/van nabestaan”.
Ondoorgrond
Jozef Deleu
Uitgeverij Poëziecentrum
ISBN 9789056552688