Gepubliceerd op: zaterdag 7 december 2019

R49: Het passiespel (einde)

 

Het volk kwam overeind en omgolfde het hoog boven hen uitstekend kruis met daaraan de spichtige zo goed als zwarthuidige, met bloed, verf en vuil overdekte kristusachtige in zijn openhangende rode lappemantel. Ofschoon hij leefde bleef zijn mond gesloten. Zijn gezicht trok samen als een kloppende spier. Eroverheen vielen de slappe geelbruine rankevingers van wat reeds eerder opgespannen was en een zinspelende armzalige plantelijke kroon vormde.
Toen begonnen de eerste stenen rond te vliegen, die de mantel aan flarden rukten en het volk verjoegen in wijdere ronde. De gekruisigde boog het hoofd opzij en bleef tot het neerzakte in een volmaakt klassiek-kristelijke machteloze houding hangen.
Het gooien minderde langzaamaan. De vrouw schreeuwde nog steeds.
‘She needs a doctor’ zeiden de amerikanen onzeker, hun ogen nog steeds amper gelovend. Iemand stak de trompet. Vaandels verduisterden de lucht.
‘Consummatum est!’ gaggelde geheel eigener beweging opeens luidkeels, het oog ten hemel geslagen, vanaf zijn kakstoel de pinguin in monnikskleren.
Het volk juichte. Hun schop over de schouder, snel omkijkend af en toe, verlieten de arbeiders haastig de heuveltop.
‘Voor mijn was ie de Wortel’ zei er een.
‘Onzin, hysterie, die is allang dood. Ik heb hem het laatst gezien. Toen was het al bijna niks meer, jammer’ zei een ander, de voorman.
Hij spuwde een bruine keutel van tussen zijn rose spleetlippen. Aan de voet van de boom baarde de zwangere vrouw haar kind. Terwijl ze ophield met haar gehuil schoof het tussen haar bemorste benen naar voren. De kleine jongen, geknield, het gezicht stijf van ontzetting en aandacht, drukte zo hard hij kon op haar buik, die zienderogen leger werd, inviel, hol werd, zich ontspande.
‘Hier dat duivelsjong’ brulde het zwijn, door het dolle heen, de nog wezenloze in vocht en vliezen gewikkelde zuigeling oppakkend bij de beentjes. Hem uit alle macht rondzwaaiend sloeg hij hem tegen de
onderkant van de kruisboom te pletter en schopte de kleine jongen van zich af die hem als een razend geworden klein wild dier aanviel.
De kleine jongen rolde tussen de amerikanen, als een talisman, keek hulpeloos met zijn lichte ogen naar hen omhoog.
De amerikanen verwijderden zich, zo onopvallend mogelijk. Iedereen wilde hen op de schouders slaan, iets tegen ze zeggen. ‘Hoera voor Amerika!’ werd geroepen, ‘hiephiephoera!’ Ze waren op slag populair geworden. De amerikanen zagen nog hoe het volk de kakstoel-met-inhoud op de schouders nam en hoe het zwijn de wild tegenspartelende ontmantelde heks op de stenen legde en zich aan haar vaststak. Krimpend van pijn kwam hij onder daverend applaus van het volk overeind en piste een harde bloedige straal vocht tegen het kruis aan. Hij leek te lijden aan een geheime en slopende ziekte. Van pijn viel hij op de grond en rukte muilenvol onkruid uit.
De muis klopte hem geruststellend op de rug en stak de klauwhamer in zijn kleren.
Het volk sleepte reeds stukken hout en overtollige kledingstukken bijeen aan de voet van de boom.
De kleine jongen onzichtbaar tussen zich in ruimden de toeristen het veld.

—-
Lees het volledige hoofdstuk online op dbnl.

 

Christus aan het kruis - Jan Lievens

Over de auteur

Ranonkeljaar

- Het bijzondere boek Ranonkel verscheen in 1969. Het bestaat dus 50 jaar. Bovendien is de schrijver, Jacques Hamelink, in januari 80 jaar oud geworden. Alle reden om 2019 uit te roepen tot Ranonkeljaar. Iedere week behandelen we op ooteoote.nl een hoofdstuk.