Gepubliceerd op: zaterdag 2 november 2019

R44: De nieuwe orde gevestigd (einde)

 

Het was of de Tuin en zij niet meer bestonden. De naam Mabelis was iedereen vergeten. Alleen een vrouw in een roestbruine wijde mantel, een zonderlinge, herinnerde zich hem.
Ze trok door de straten af en toe als ze het op haar heupen kreeg en schreeuwde verwensingen en vloekte op iets onhelders. Ze had het dan over gekken en verdoemden en vuiligheid die ergens uitgehaald werd. Ze zwaaide haar knokige armen en trok haar mantel om zich heen. Ze was zeer lelijk. Een karikatuur van een vrouw, met felle roofzuchtige ogen, een haakneus en dood, geprepareerd vel. Groot, schonkig, trilziek en vol bleek venijn in plaats van bloed.
Ze schold ook op een vrouw, die haar haar man, een zot, had afgetroggeld. Ze was zwanger, toen al, dat wijf. En van wie was ze zwanger?! Ah! Dat wist ze zelf niet eens! Honderd mannen hadden haar genaaid in de groene bossen. Ze kende hun naam niet eens. Een hoer was ze! Haar kind was van de duivel. Hoeren waren vervloekt, daar ging alleen de duivel overheen. Ze moest gestenigd worden. Het kind dat ze moest krijgen was een hoerekind. Het kon niet geboren worden. Haar eerste, die met de trommel, had ook geen vader. Het waren heidenen. Ze geloofden in planten. God en zijn heiligen hadden ze afgezworen. Ze waren verdoemd en moesten nog verder verdoemd worden. ‘Verdoemd!’ schreeuwde ze vurig naar wie het horen wilde, haar roestbruine mantel om zich heenslaand en verder lopend, een andere straat in, een hoek om, stilstaand en opnieuw uitschreeuwend wat haar dwarszat.
Voorbijgangers luisterden naar haar. Kinderen maakten lange neuzen in haar richting. Ze dreigde ze te zullen meenemen en aan alle duivels uit de hel over te geven. De kinderen vluchtten, gierend van het lachen. Ze schreeuwden snel en schril, een aftelrijmpje: ‘Fine van Snippen laat de vlooien wippen’.

Waarom ze zo genoemd werd wist niemand. Het was niet haar naam. What’s in a name? Men liet haar ongemoeid. Ze leefde van liefdadigheid van buren die dit vergeefs poogden te verhalen
op kerk en overheid. ‘Zotte Fine’ werd ze door de volksmond
gedoopt. Vuurspuwend rende ze langs de straten
op sommige dagen. Voor de rest had niemand
last van haar. Helaas was ze niet zwakzinnig
genoeg voor het gesticht. Ze verlevendigde
het straatbeeld, vonden esteten. In
een oude kinderwagen zamelde ze
vodden in waarvan ze kinder-
kleren maakte. Ze moest
ze poppen aantrek-
ken. Men had haar
haar kinderen
afgeno-
men
.

—-
Lees het volledige hoofdstuk online op dbnl.

 

hoofdstuk 44 einde

Over de auteur

Ranonkeljaar

- Het bijzondere boek Ranonkel verscheen in 1969. Het bestaat dus 50 jaar. Bovendien is de schrijver, Jacques Hamelink, in januari 80 jaar oud geworden. Alle reden om 2019 uit te roepen tot Ranonkeljaar. Iedere week behandelen we op ooteoote.nl een hoofdstuk.