Gepubliceerd op: maandag 18 november 2019

EI 189: Asha Karami – het zit in je

 

om mijn moeder te zien
ga ik naar holland casino
ladies night gratis drankje
vind ik haar bij roulette
extreem gedehydreerd
vertelt dat in de toekomst
gezelschap van de mens
onnodig is door robots
belooft me er een en
dat een meisje door
te veel deo is overleden
als haar 100 op zwart
verliest zegt ze dat ik
ongeluk breng zachte g
ik vraag welke drie woorden
wil je dat mensen noemen
als ze aan je denken
gul gul gul gul gul gul
en vogel

 
____
Het is een doorlopend verhaal over een ontmoeting met ‘mijn moeder’. Maar het verhaal heeft gaten. Of, zo u wilt, springt van de hak op de tak. Misschien om de toestand van de moeder aan te geven. Maar zij is niet degene die het verhaal vertelt: dat is haar kind. Misschien dus om het effect van de moeder op haar kind aan te geven.

Want wat een ‘moeder’ is het: gokken, drinken. Ze ‘vertelt’ (aan het begin, als antwoord op een begroeting als ‘hoi, mam, wat fijn je weer te zien’?) ‘dat in de toekomst / gezelschap van de mens / onnodig is door robots / belooft me er een’. Met andere woorden: wat ben jij behoeftig. Als ze verliest, geeft ze haar kind de schuld. Het is blijkbaar geen warme, hartelijke moeder. Geen betrokken moeder ook. Ligt een oorzaak daarvan bij de drank? Duidt ‘extreem gedehydrateerd’ op een enorme behoefte aan (alcoholhoudende) drank? Het is een versregel die mooi klinkt en er mooi uitziet met de ongebruikelijke letters ‘x’ en ‘y’ en veel letters ‘e’. Dat geeft ook een overdreven effect waardoor het waarschijnlijk wordt dat de moeder een behoorlijke drankzucht heeft, zo niet regelrecht alcoholist is.

We kunnen ook hier weer een stukje invullen, ons het gesprek voorstellen. “Als je zo door gaat, ga je zeker dood.” “Ach wat, je kunt overal aan doodgaan! Ik hoorde laatst” ‘dat een meisje door / te veel deo is overleden’. Ook hier heb ik weer zelf ingevuld wat het kind ongeveer gezegd kan hebben. We moeten daarnaar raden. De ‘ik’ die vertelt geeft niet weer wat ij zelf zegt. Totdat de ‘ik’ aan de moeder vraagt: ‘welke drie woorden / wil je dat mensen noemen / als ze aan je denken’. Dat is nogal morbide. Het lijkt erop dat het kind de uitvaart van de moeder aan het voorbereiden is. Het is duidelijk geen gezellig avondje uit.

De moeder vindt zichzelf vooral ‘gul’. En ze is ‘gul’ met het woord ‘gul’. Misschien is ze ook financieel en materieel ‘gul’ (geweest) voor de ‘ik’. Ze belooft immers vlot een ‘robot’. Maar maakt ze die belofte ook waar? Hoeveel geld heeft ze over na het avondje ‘casino’?
Alles in het gedicht wijst erop dat de ‘moeder’ emotioneel allesbehalve ‘gul’ is geweest voor haar kind.

Dit gedicht doet me aan twee dichters denken. Nijhoff, vooral doordat de eerste twee versregels een verwijzing lijken. En Johnny van Doorn, vooral door het slanke gedicht en de enjambementen. Ook een formulering als ‘extreem gedehydreerd’ rinkelt diep in mijn hoofd een belletje bij Van Doorn’s “verstoken van frisdranken”.

We zouden dit een psychologisch gedicht kunnen noemen, over de invloed van de excentrieke levensstijl van een moeder op haar kind.
Aanvullend daaraan speelt in het gedicht de gedachte aan de ‘toekomst’. Die is onvoorspelbaar, zoals de verkeerde gok van de ‘moeder’ laat zien. De ‘toekomst’ ligt dus niet vast. Dat is waarschijnlijk goed nieuws voor het kind. Dat hoeft niet een heel leven gebukt te gaan onder de invloed van de ‘moeder’. Zij gaat een keer dood en de ‘ik’ heeft dat duidelijk al in gedachten.

Hier komt de dubbele betekenis van de titel naar voren. De invloed van de moeder ‘zit in je’ en kan niet zomaar ongedaan worden. Ook niet door haar overlijden. Er speelt zelfs een noodlotsscenario waarbij de ‘ik’ ook in het gedrag van de moeder zal vervallen.
Tegelijk duidt ‘het zit in je’ op potentie. Iets wat ‘in de toekomst’ tot ontwikkeling kan komen. Bijvoorbeeld loskomen van de ‘moeder’.

De ‘toekomst’ speelt ook in de overtuiging van de ‘moeder’ dat ‘robots’ het ‘gezelschap van de mens’ zullen vervangen. Ze heeft daar blijkbaar geen moeite mee, waarschijnlijk omdat ze zelf niet meer menselijke warmte lijkt te kunnen geven dan een robot. Maar de meeste mensen zullen hun wenkbrauwen fronsen bij deze gedachte. Toch zijn veel verpleeghuizen enthousiast over het idee.
Of de ‘moeder’ uit dit gedicht ooit in een verpleeghuis komt met een robot? Wie weet. De ‘ik’ gaat de ‘toekomst’ meemaken, maar of ieder menselijk contact daarin ‘onnodig’ zal zijn?
Ook dat ligt allerminst al vast.
____

 

 

Godface
Asha Karami
Uitgeverij De Bezige Bij
ISBN 9789403165905

 

In onze serie znadkiem, kiemzand verschenen eerdere versies van de gedichten ‘je moet meer bekkenbodemoefeningen doen’ en succesvolle iraniërs, die ook in deze bundel staan.

 

 

Over de auteur

Jeroen van den Heuvel

- Jeroen vertaalt poëzie en kinderboeken. Daarnaast schrijft hij essays over poëzie. Hij is redacteur van ooteoote.nl.