ZK,KZ: Bart Smout – Aan tafel
1
De vrouw zit in de keuken en eet. Op tafel dampende pannen vol groenten, spaghetti en bolognesesaus. Ze schept nog eens op, ze heeft honger, ze heeft lekker gekookt.
Als de vrouw een lepel broccoli op haar bord laat glijden, schrikt ze van een hard en schurend geluid. Het dak wordt van het huis gelicht. De vrouw kijkt omhoog en ziet een reus. In zijn rechterhand houdt hij het dak vast.
Wat de vrouw aan het doen is? Aan het eten, antwoordt ze. Eten? Gadverdamme! Minutenlang geeft de reus zich over aan een scheldkanonnade waaruit zijn afkeer van voedsel duidelijk blijkt.
Eten reuzen dan niet? Nee, reuzen leven op zonne-energie. Daar zou de vrouw eens een voorbeeld aan moeten nemen! De reus smijt het dak terug op het huis. De vrouw neemt nog twee happen van haar avondmaal en zet haar bord op het aanrecht.
2
Vanaf die dag trekt de reus altijd het dak van het huis als de vrouw gaat eten. Ze heeft nog geen hap genomen of boven haar verschijnt een van afschuw vertrokken gezicht dat schreeuwt en tiert en vloekt.
In het begin trekt de vrouw zich er niks van aan. Ze eet vrolijk verder, doet net alsof ze de reus niet hoort. Dan komt de twijfel. De vrouw bestudeert de gegrilde paprika aan het einde van haar vork en denkt: als je goed kijkt, ziet het er best smerig uit. Ze neemt een hap yoghurt, voelt de zure substantie door haar keel glibberen, en onderdrukt een kokhalsneiging.
Minder en minder eet de vrouw. Geen drie crackers als ontbijt maar slechts één. Een handjevol noten in de middag. Toetjes laat ze liggen. Ze kan het niet uitleggen, iedere keer als ze met haar kaken maalt, voelt ze zich vies en schuldig.
3
De reus tilt het dak omhoog en ziet de vrouw voorover op het tafelblad liggen. Ze beweegt niet. Haar armen zijn krijtachtig wit. Een stilte die niet wordt doorbroken door gesmak en gesmek streelt de oren van de reus. Hij draait zich om en loopt weg.
Ver achter de reus, nauwelijks zichtbaar, staat het huis. Door het openstaande keukenraam komt de eerste vlieg. Het insect brengt een pootje tussen zijn lippen en fluit. Andere vliegen komen, torren en kevers kruipen uit de grond. De vlieg knoopt een slabbetje om, pakt mes en vork, gaat aan tafel.