Gepubliceerd op: zaterdag 5 oktober 2019

R40: Genadevader dekt zijn voeten (einde)

 

De koster legde de zweepsteel weg en ging op een in beslag genomen vouwstoeltje zitten. Tillemsoger zette zich op de tafelrand en stak een sigaret op. Een van zijn laatste.
De koster weidde, steeds weer in hoekig timmermansidioom vervallend, uit over doodzondige geboomten die opgeschoten waren, spuwende duivelsvogels op takken, verboden vruchten, hemelse druipgesteenten, monsterwingerds, ratteplagen, heilige reliekschrijnen opgedoken uit het niets, een kruis dat niemand minder dan hijzelf gekonstrueerd had en met grote kunstvaardigheid versierd, over pastoorsvogels, genadevaders, gewelddadig tot het heiligdom doorgedrongen vleeshouwersknechts en grotten vol pestende kinderen die met zachtheid gekastijd dienden te worden. Hij eindigde zijn betoog met een opmerking over een satanisch oud mannetje in opdracht waarvan hij de Stoel nog gemaakt had indertijd en dat na de dood van zijn vrouw genadevader door list had willen laten verongelukken.
‘Stop’ zei Tillemsoger, ‘wat deed die vrouw op die stoel?’
‘Zitten’ zei de koster, die een soort plezier leek gekregen te hebben in het oprakelen van zijn onsamenhangende herinneringen.
‘De pot’ zei Tillemsoger.
De koster grijnsde.
‘Da’s waar ook. Pissen en poepen’ zei hij, zich op de houten dijen klappend. ‘Ik heb d’r nog gekist. Het was een reuzin. Ze was verlamd of zo, metersbreed geworden. Zat altijd voor het raam’.
‘Waar is het mannetje gebleven?’
‘Zoek geraakt, levend ter helle gevaren’.
‘Onmogelijk. Een mens verdwijnt niet zomaar. Een mens laat een spoor na’.
‘Hij niet’.
De koster lachte nog steeds, ‘niet dat ik weet tenminste. Hij kon niks. Hij wilde dat ik zijn huis volspijkerde met panlatten. Daar liet hij smerig onkruid tegen groeien. Je brak er je nek over. Die planten waren zondig. Planten zijn dat trouwens altijd’.
Hij verloor zich in bespiegelingen over timmerhout, netjes verzaagde planken en balken, die, doordat ze sap en hars verloren hadden, als rein beschouwd dienden te worden. Tot slot eiste hij een nieuwe verering van de zak.
Tillemsoger betaalde, glimlachend.

—-
Lees het volledige hoofdstuk online op dbnl.

 

stoel

Over de auteur

Ranonkeljaar

- Het bijzondere boek Ranonkel verscheen in 1969. Het bestaat dus 50 jaar. Bovendien is de schrijver, Jacques Hamelink, in januari 80 jaar oud geworden. Alle reden om 2019 uit te roepen tot Ranonkeljaar. Iedere week behandelen we op ooteoote.nl een hoofdstuk.