Gepubliceerd op: maandag 21 oktober 2019

EI 183: Joke van Leeuwen – Levenslust (fragment)

 

een cursus zelf huppelen wordt
niet gegeven, verwondering past
niet goed in een grafiek, bevangen
door happig verlangen wordt uitgepakt
kijk eens, iets aardigs, het loopt
vanzelf als je het opwindt en valt
vanzelf, dit hier zijn stukjes
om samen te voegen, je kunt er alvast
een ervaring mee spelen en als je
die hebt kan die niet meer geruild

 

____
Wat raakt dit korte gedicht veel aan! Een milde spot met de wildgroei aan zelfhulp cursussen, het idee dat volwassenen hun speelsheid hebben verloren, het citaat van Aristoteles of Plato dat verwondering het begin is van alle wijsheid, het overspannen-eenzijdige meten-is-weten van onze huidige tijd, het tijdloze van verlangen en opwinding, de kinderlijke experimenteerdrift, een spot met ons consumentisme, het opdoen van ervaringen die zowel positief als ronduit traumatisch kunnen zijn, en zo ten goede of ten kwade je leven vormen.

Qua vorm vallen bij deze tien versregels vooral de enjambementen op. Er zijn maar twee versregels in het gedicht die samenvallen met het einde van een zin: de vierde en de laatste. Het gedicht bestaat zo uit twee delen. De eerste vier versregels bestaat uit drie zinnen die niet met een punt eindigen, maar met een komma. De laatste zes versregels kent ook de nodige komma’s, maar de delen vormen hier samen één doorlopende zin. We kunnen zeggen dat die zin gaat over het stuk speelgoed dat als cadeau gegeven wordt en zo aansluit bij het ‘uitgepakt’ (v4). Zo kent het gedicht een geleidelijk en bijna ongemerkt verloop van losse zinnen door komma’s gescheiden tot zinsdelen door komma’s gescheiden. En wordt zo geleidelijk minder fragmentarisch.

Dat komt overeen met de inhoud: het gaat uiteindelijk om het samenvoegen van ‘stukjes’. We kunnen dat lezen als het samenvoegen van lego of ander speelgoed dat net cadeau is gedaan en ‘uitgepakt’. We kunnen het ook lezen als de fragmenten van dit gedicht. Dat samenvoegen wordt versterkt door de enjambementen en het niet-gebruiken van hoofdletters en punten. En ook door het metrum: vanaf ‘dit’ (v7) verloopt het gedicht als een regelmatige dactylus.

We zouden het gedicht ook anders kunnen verdelen. De eerste zes versregels eindigen allemaal in een werkwoordsvorm. Bij de val aan het einde van v6 ontstaan de ‘stukjes’. Het gedicht scheurt hier. Het valt niet uit elkaar omdat zowel v6 als v7 beginnen met ‘vanzelf’.
Het is belangrijk om ervaringen op te doen, maar dat is niet altijd even leuk. Het gaat met vallen en opstaan. Hier lezen we niet alleen over vallen in stukjes en samenvoegen, maar door de vorm van het gedicht ervaren we dat ook.

Het meest opmerkelijke woord in dit gedicht is dan ook ‘alvast’ (v8). Dat slaat op de ervaringen in de kindertijd door ‘te spelen’. En zo te leren en gevormd te worden tot volwassene.
Het slaat ook op de ‘ervaring’ tijdens het lezen van dit gedicht: een voorlopige ervaring in woorden, in de veiligheid van een boek. Wat kunnen we daarvan meenemen in ons dagelijks leven? Hoe vormt het ons? Of hebben we daarvoor al te veel speelsheid verloren?
____

 
levenslust

 

Levenslust
Joke van Leeuwen
Uitgeverij Querido
ISBN 9789021418155

 

 

 

 

 

Over de auteur

Jeroen van den Heuvel

- Jeroen vertaalt poëzie en kinderboeken. Daarnaast schrijft hij essays over poëzie. Hij is redacteur van ooteoote.nl.