EI 182: sadà\exposadà – metafysika uitgelegd aan onze goden I-3 (begin)
____
Hoe zou je dit voorlezen? Zou je het schuingedrukte stuk anders lezen dan de zeven woorden ervoor? Ik zou het denk ik zachter lezen, zowel qua volume als toon. Die eerste woorden zijn kortaf; de komma’s delen en verbinden maar geven nauwelijks rust. Het schuingedrukte stuk kent meer grammatica. Er verschijnen een ‘ik’ en een ‘je’ ten tonele. Hoewel de toon ook best stoer is (‘ik domineer’). De komma’s delen en verbinden ook hier. Wat ze verdelen heeft geen expliciet verband met elkaar, alleen nabijheid en een komma als koppeling.
En daarna een geïsoleerd vetgedrukte versregel in rood. Die schreeuwt van de pagina, betekent dat dat die inhoudelijk belangrijker is? Misschien een gedragener en lagere stem?
Mogelijk lijkt het raar om te beginnen over voorlezen bij dit fragment. Het is in eerste instantie vooral visueel. De twee rode versregels vallen onmiddellijk op. Een duidelijke afwisseling van zwarte strofen met geïsoleerde rode versregels. Daarna het inspringen van de versregels in verschillende gradaties. Twee keer vormt dit fragment zo een trapje naar de linker kantlijn toe. Het fragment bereikt zo op een visuele manier een ritme, zoals metrum en rijm dat auditief kunnen. We zouden kunnen zeggen dat v5 en v9 in uitlijning en kleur rijmen.
Het gedicht spant een eigen wereld op gebaseerd op dit ritme. Dat blijkt zich bij verder inzoomen ook te vertonen in het herhalen van woorddelen, woorden en woordgroepen. Het fragment bevat een ongekende coherentie. Als we alleen kijken naar welke elementen letterlijk worden herhaald, krijgen we zoiets:
En dan hebben we het dus nog niet over semantische relaties die tussen de elementen bestaan. Bijvoorbeeld de tegenstelling ‘licht’-‘schaduwen’, of de notie van een vloeistof in ‘-drink-‘, ‘(-)vloei-‘, ‘lek(-)’, ‘stroom’. En daarmee ook een relatie naar ‘de zee’ en (gods water) ‘over de akkers’.
Maar terug naar de letterlijke herhaling van elementen. Want dat werkt auditief sterker dan visueel. Dit fragment vraagt erom voorgelezen te worden. Probeer maar eens. Proef de woorden. Voel ze resoneren. Bijvoorbeeld de afwisseling van de t-, l- en k-klanken in ‘vertrouwelijke littekens’.
Het vragen om voorlezen is in dit fragment des te sterker omdat geluid een grote rol speelt. Stel je voor dat je dit doet: ‘hamer de rol, silicium pijplijn’, dan maak je niet alleen visuele ‘littekens’, een nieuw soort spijkerschrift, maar ook een elementair soort tamtam-geluid. Misschien is die ‘rol’ dan ook wel dezelfde als de ‘tymbalen-staf’. Die ‘tymbalen’ gebruiken insecten om geluid te maken. En het zijn natuurlijk ook muziekinstrumenten. Maar overigens ook een bakvorm, en sluit daarmee aan bij het idee van een recept en het bereiden van eten van ‘roer ze om’.
Met zo’n grote letterlijke coherentie komt natuurlijk ook een grote semantische coherentie. Maar toch gebeurt er iets raars: door de juxtapositie van elementen wordt opengelaten hoe die met elkaar verband houden. En door de vele mogelijkheden die daardoor ontstaan, wijst dit fragment vele kanten op. Zo kunnen we denken aan een olie-pijplijn, kapitalisme, maar ook Griekse tragedies, bijvoorbeeld Oedipus. Of andere verhalen uit de oudheid, zoals de Trojaanse oorlog, of Nero en Agrippina. Maar zeker ook de bijbel, in het bijzonder Mozes, de plagen en de uittocht uit Egypte.
Al met al een rijk stuk poëzie. Geen gemakkelijke poëzie. Dit kost tijd, aandacht, energie. Maar de beloning voor die inspanning is groot.
____
metafysika uitgelegd aan onze goden
sadà\exposadà
Uitgeverij crU
ISBN 9789079993239