R38: Nanne Nauta – komputers doen 3080 Won-de-ren!
Na de kloof door de zee, hoog het schuim op de bek,
Na de kloof door een mes, de geur, bloed in hun neus,
De gulp, wat hen voor de bek kwam, als het klein was,
Een net hoofd, en de korf niet meer was, de korf vol,
Dit hield de vrouw in toom: kind, vee, touw, mens, dier, ding,
Melk, biet, mais, hooi, stro, gras, hout, gerst, vlees, graan, kip, worst,
Een gloed op de Stoel, wit, steeds weer slaags met de mond,
Te lijf, val aan op haar, nu zijn beurt voor het gat,
Vloek de dag in de knoop, vloek om hulp naar de stoel,
Het hout brandt in je rug, het sap loopt uit je merg,
Stelt niks voor, zei de reus, de herfst had het ook al,
Om de velg hing een touw, met een lus naar het kruis,
Hup, hup, hup, riep de muis, bult de hoop de lucht in,
En de kerk hield zijn mond, stil te zijn, elk in zijn aard,

Detail van het Palais Idéal van Ferdinand Cheval