Gepubliceerd op: zondag 15 september 2019

R38: Kerkdienst (begin)

 

Direkt na de pijlsnelle bestorming van het poortgat door de ontwortelden en hun helpers, werd de kloof door de vlezen zee dichtgeslagen. Schichtig hinnikende en op hun achterpoten overeind rijzende paarden, het schuim op de bek. Loeiende, door hun melkbuidels bezwaarde koeien. Woedend krijsende varkens. Hoog en als waanzinnig geworden ouden van dagen mekkerende geiten. Wild kakelende kippen, meegedragen in korven en in het gedrang daaruit ontsnappend, vloekend vastgegrepen door de zich vallend en zweefduikend naar voren knokkende eigenaars, die in het wilde weg hun korf vol rondfladderend en aan anderen toebehorend gevogelte schepten, hem per ongeluk of ekspres over een toevallig net briesend opduikend hoofd stolpten, waar de korf niet meer af te krijgen was, wat de opeens tot imker gewordene een roestig mes deed trekken en, het openknippend, verblind door pijn, kwaadheid en gevlochten wilgetenen ermee rondsteken in de ledematen die de zijne omklemd hielden.
Er vloeide bloed, dat varkens en talrijke broodmagere manke honden huilen deed van begeerte toen ze de geur ervan in hun neus kregen. Ze begonnen te happen in wat hen voor de bek kwam, speciaal als het klein en gevederd was en in minder dan geen tijd kapotgeknauwd en verorberd kon worden. Het regende stokslagen en schoppen op hun ruggen en koppen van de zijde der mensen. Het geheel werd zoveel mogelijk in toom gehouden door de geuniformeerden die zich overal tussen de opdrommende kolonne bevonden en die als bij toverslag over lange ijzeren staven beschikten waarmee ze, als waren het dorsvlegels en de mensen graan, aan het pletten sloegen. Dit hield de losbrekende chaos inderdaad binnen bepaalde perken ofschoon sommige boeren, die vrouw, kind en vee kwijtgeraakt waren, met hun messen zwaaiend de ordebewaarders onder moordlustig gebulk te lijf wilden gaan. Ze werden door doodzenuwachtige handwerkslieden, wit wegtrekkende kantoorbedienden en automatisch onzevaders gorgelend kwezelig vrouwvolk daarvan weerhouden.
Met zo’n geweld viel de menigte aan op de voor haar, als geheel, muizekleine poortopening, dat er aardig wat tijd verstreek voor er inderdaad iemand binnenraakte, eenvoudig doordat hij, als een sjoelschijf voor het gat gemanipuleerd door de schijven achter hem, naar binnen gestoten werd.

—-
Lees het volledige hoofdstuk online op dbnl.

 

sjoelbak

Over de auteur

Ranonkeljaar

- Het bijzondere boek Ranonkel verscheen in 1969. Het bestaat dus 50 jaar. Bovendien is de schrijver, Jacques Hamelink, in januari 80 jaar oud geworden. Alle reden om 2019 uit te roepen tot Ranonkeljaar. Iedere week behandelen we op ooteoote.nl een hoofdstuk.