Gepubliceerd op: zaterdag 27 juli 2019

R30: Aankomende halfgoden (einde)

 

‘Knielen’ schreeuwde de timmerman Scherpende, nog altijd schor van opwinding.
Daar de vleeshouwersknecht de gevraagde dierlijke houding in het geheel niet als vernederend onderging voerde hij dit bevel prompt uit. Hij was de eerste. De anderen volgden zijn voorbeeld, Trevalje het laatst. Hij had voor hij op zijn knieën gezakt was reeds een paar flinke striemen met de zweep over zijn gezicht en schouders te pakken.
Toen ze geknield lagen barstte de pastoorsvogel los in een bulderende oratie waarin onder meer de terugkeer naar de Vleespotten van Egypte en de Rode Zee gereleveerd werden. Het geen de vleeshouwersknecht schuimbekkend van vreugde en met een ontzaglijke knipoog deed opzien naar de in wit uitgeslagen kattevel gehulde geestelijke. De timmerman Scherpende knalde met zijn zweep en ontdeed met zijn vrije hand de bekeerlingen van hun snij- en steektuigen, die hij op een hoop smeet.
De vleeshouwersknecht liet hij, bijna zonder aarzelen, ongemoeid, – wat deze, primitief van denken als hij was, opvatte als een vorm van eerbetoon. Hij wierp ook de timmerman een lompe knipoog toe, waarop deze reageerde door uit alle macht op de hoofden en ruggen der geknielden in te ranselen.
Het tweetal had vriendschap gesloten voor de pastoorsvogel zijn predikatie voltooid had en voor de timmerman te moe was om nog te ranselen en ‘genade, vader, genade’ te sommeren, een kreet die alleen de vleeshouwersknecht niet over de lippen kwam, niet alleen doordat hij zijn bajonet tussen zijn tanden hield: hij zou nooit genade gevraagd of gegeven hebben bij de mytische strijd met de vaderfiguur waarin hij verwikkeld was. Hoewel zijn fijne instinkt voor dat soort dingen de vleeshouwersknecht onmiddellijk had doen aanvoelen dat de timmerman Scherpende zich slechts verweerde tegen een vadertje van niks, net zo’n snertvent als de timmerman Scherpende zelf was, had hij toch sympatie voor hem. De timmerman, dat had hij direkt gezien, sloeg met graagte en, al miste hij te vaak, niet zonder een zekere vakkundigheid. Maar hij werd moe, veel te gauw moe werd hij. Het water liep hem uit de ogen van moeheid. Hij stond te trillen op zijn benen terwijl zijn zweep neerkwam op de ruggen en hoofden der geknielden.
De vleeshouwersknecht hoorde daar niet meer bij. Hij was opgestaan. Het was tot hem doorgedrongen dat de dierlijke houding een triomf betekende voor de pastoorsvogel en de timmerman. Hij hield de bajonet in de vuist nu.
‘Geef op die zweep’ knorde hij spontaan tegen de timmerman, die in werkelijkheid niet zozeer vermoeid als wel buiten zichzelf van opwinding raakte door de geseling, die het bloed uit de ruggen der afgedaalden, speciaal uit de ruggen der kinderen, deed breken.
‘Eigenlijk moest ik ze kapotsteken en ze aan stukken scheuren’ verklaarde de vleeshouwersknecht simpelweg. ‘Maar omdat er een pastoor bij is zal ik dat niet doen. Ik heb niks tegen het geloof. Ik heb gekapt wat ik kon indertijd. Dat ik het moest opgeven maakt me nou nog razend. De hele rotzooi is hun schuld!’ Dat was zijn hele boetedoening. Hij pakte de verbouwereerde timmerman de zweep af en ranselde uit alle macht los op de ruggen van zijn voormalige lotgenoten, die in steeds benarder toonaarden ‘genade, vader, genade!’ begonnen te roepen. Wat de vleeshouwersknecht in homerische lachbuien deed uitbarsten. Hij onderbrak zijn zweepwerk en tilde de timmerman, die gilde van pret, in de lucht en danste daarna de Muis-en-Olifant met hem.
De pastoorsvogel merkte niet veel van dit alles. De ogen ten hemel geslagen tornde hij op tegen de daar woonachtige drievuldige godheid, die voor éénderde de volkomen vernietiging van alle takzitters eiste, voor éénderde de zaak in der minne wilde schikken en voor éénderde met zijn grote teen speelde en zich nergens iets van aantrok. De pastoorsvogel raadpleegde zijn kei maar weer.

—-
Lees het volledige hoofdstuk online op dbnl.

 

rug_bloed

Over de auteur

Ranonkeljaar

- Het bijzondere boek Ranonkel verscheen in 1969. Het bestaat dus 50 jaar. Bovendien is de schrijver, Jacques Hamelink, in januari 80 jaar oud geworden. Alle reden om 2019 uit te roepen tot Ranonkeljaar. Iedere week behandelen we op ooteoote.nl een hoofdstuk.