R29: Nanne Nauta – Element tegen de hemel
Geplens en gespetter en hele gebergten,
Scherpende, reeds, en het werk.
De gesteenten welden knersend heen en weer.
Er heerste een spleten,
Meer en meer, en het streefde rechts,
Elk de helft, Scherpende met de gesteenten,
Knedende, wentelende meters.
De kerk met slechts geheten en beneden gestelde speeksels.
Ten hemel bleef een berg geen tempel.
Vermengd en steeds helder tegen de versteende,
verschenen de eerste stenen.
Scherpende, reeds, stemmen tegen de hemel.
Herder, gesel, reeds, tevergeefs, te felle gesel.
Hef de berg met skeletten! Welke kerk?
Het leven een preek.
Vergeten, Scherpende, ze hebben het gebed vergeten.