R12: Muntstukken op de tong (einde)
‘Ranonkel is lang niet zo gek als de straat ons wijs wilde maken’ zei Mabelis.
‘Zo is het’ beaamde Trevalje, ‘alleen moet je zeggen “wàs”, want hij kan beslist niet meer in leven zijn. Dan had ie allang wat van zich laten horen. Dan was ie allang eens uit zijn hol gekropen om een beetje rond te neuzen hier en daar . Hij liep genoeg buiten toen hij nog leefde. Herinner je je dat niet?’
‘Dat is waar’ zei Mabelis, ‘maar je moet niet vergeten dat de situatie erg veranderd is. Een heleboel moeilijkheden zijn nu opgelost. Eigenlijk is alles in orde nu. Hij neemt er alleen maar zijn gemak van. Hij rust wat uit. Geloof me, die ouwe Ranonkel is niet dood. Die laat nog wel es van zich horen. Let maar op’. ‘Kan zijn’ zei Trevalje, zijn tenen in elkaar vlechtend, vergenoegd, ‘ik geloof het niet. Maar dat verandert niks aan zijn prestatie. Wat hij ‘m geflikt heeft moet ik een ander hem nog zien
nadoen. Die Ranonkel-let op mijn woorden-zou best eens ontzettend beroemd kunnen worden!’
‘Zeker ’ zei Mabelis, ‘helemaal akkoord; natuurlijk’.
‘En wij zijn zijn naaste buren geweest’ zei Trevalje.
‘Nog’ zei Mabelis.
‘Wedden?’ stelde Trevalje voor.
Ze lachten naar elkaar en keken naar het heldere zonlicht waarin de, in tegenstelling tot henzelf, de hele dag doorzwoegende buitenburen, glimmend van het zweet over afgezaagde tronken klommen, touwen ontrolden, ladders verschoven en de tanden op elkaar geklemd als duivels vochten tegen de gekste boom die ooit te zien geweest was, die eenvoudig zonder aan al te veel kroonvorming te doen – het bleef bij naar verhouding kleine bloembollen, als bij in het zaad geschoten uiplanten – zeker een twintigtal meters recht de hemel instoof.
Weddenschappen hadden geen enkele zin meer. Al hun groen uitgeslagen onherkenbaar geworden muntstukken hadden ze aan hun kinderen gegeven, die ze elkaar van enige afstand lachend op de uitgestoken tong probeerde te mikken. Een fijn spelletje, intrigerend, pas uitgevonden. Ze kregen er snel grote handigheid in.
—-
Lees het volledige hoofdstuk online op dbnl.