Gepubliceerd op: zondag 17 maart 2019

R12: Muntstukken op de tong (begin)

 

Evarist was opnieuw onder zeil gegaan, een slapend groen oog geworden waarop een maanzaadje kennis ronddobberde, een ovale kwast in stuwend hout.
Aan zijn huis dat in het geheel geen huis meer was, was deur noch raam te vinden. De vorm ervan was volkomen verloren gegaan. Geen steen was op de andere gebleven. Ze waren alle vergruisd door de ekspansie van de ranonkel of eenvoudig door de polymorfe poliepen van de tot jonge bomen geworden plant
opgeslokt. De buren kapten en zaagden wat ze konden, iedere avond gingen ze de guirlanden van takken te lijf die zich gevormd hadden en die ettelijke huizen in de schaduw hielden. De straat lag voortdurend vol meterslange takken, zaagsel en hopen gebladerte, zaken die de passerende vuilniswagens weigerden mee te nemen. Niemand haalde ze weg, iedereen immers had oliestook of centrale verwarming in zijn huis.
Bovendien was het lente. Soms speelden kinderen erop. De volwassenen evenwel snauwden hen als ze dit zagen direkt weg en vort. Van de boycot waarmee ze Evarist gestraft hadden ondervond alleen hun eigen kroost hinder.
Tijdens korte talrijke bezoekjes in de straat ketterde de scherpgebekte pastoorsvogel voortdurend op de ranonkel. Hij noemde hem kortweg de Boom van Duivel en Kwaad en doordrong zijn parochianen – er woonden maar enkele ongelovigen in de straat – ervan dat het hun taak was de Boom zo snel mogelijk met wortel en tak uit te roeien. Evarist schilderde hij af als een gevallen engel, dat wil zeggen: een in huiveringwekkende staat verkerende, tot het stadium van de aanvankelijke chaos teruggekeerde baarlijke duivel.
Hij tetterde zich schor en als hij dan tenslotte met een klap zijn snavel sloot, waar een rosé reepje tong als een opgepikte worm uitstak, zeiden ze dat hij gelijk had. Het was een bezoeking. Het fatsoen van de straat had een barst opgelopen. Maar ze ondernamen niets. Na de aanvankelijke eensgezinde aktie, uitmondend in de spreektrompet met de uilebril op, beperkten ze zich tot uitingen van misprijzen jegens
Evarist Ranonkel, zoals hij opeens door iedereen genoemd werd.

—-
Lees het volledige hoofdstuk online op dbnl.

 

 

Over de auteur

Ranonkeljaar

- Het bijzondere boek Ranonkel verscheen in 1969. Het bestaat dus 50 jaar. Bovendien is de schrijver, Jacques Hamelink, in januari 80 jaar oud geworden. Alle reden om 2019 uit te roepen tot Ranonkeljaar. Iedere week behandelen we op ooteoote.nl een hoofdstuk.