Gepubliceerd op: vrijdag 14 september 2018

EI 113: Sylvie Marie – ik wou dat onze woorden kapotgingen

 

ik wou dat onze woorden kapotgingen,
dat ik het recht had ze de vuilnisbak in te kiepen
maar we laten ze slingeren, stoten onze tenen
en verbergen ons gezicht, in een opwelling

laten we kinnen op schouders rusten,
schouders op bovenarmen en die
op ellenbogen, onderarmen,
de handen een ingestort
kaartenhuis.

we geleiden, zou je kunnen zeggen
als praten niet almaar moeilijker werd dan spreken.

 
___
Wie zijn de ‘we’ in dit gedicht?

Misschien een liefdeskoppel. Daartussen staan ‘onze woorden’ in de weg. Blijkbaar is er ruzie geweest. De ‘ik’ wil het liefste al die woorden uit de weg ruimen, ‘de vuilnisbak in (..) kiepen’, maar je kunt woorden niet terugnemen, niet echt. Ze blijven ‘slingeren’ en in onverwachte situaties weer opduiken. Ze blijven pijn doen, je blijft je eraan ‘stoten’.

Maar er staat nergens in het gedicht dat het om een stel gaat. Misschien ook gaat het om een familie of gezin. Daar worden ook wel eens ‘woorden’ gesproken die moeilijk of niet te herstellen zijn. Misschien ook zijn er ‘woorden’ geweest tussen vrienden. Of op de werkvloer. Of tussen vreemden na een verkeersongeval.

Toch is het liefdeskoppel de meest waarschijnlijke optie. De tweede strofe suggereert namelijk dat er sprake is van twee personen en van een zekere intimiteit.
De strofe is erg lichamelijk, een opsomming van lichaamsdelen. Dat sluit prima aan bij de ‘tenen’ en het ‘gezicht’ in de eerste strofe. Er is sprake van meerdere ‘kinnen’: het gaat dus blijkbaar om meerdere mensen. De houding die uit de tweede strofe spreekt, lijkt het meest waarschijnlijk voor twee personen. Elk de kin op de schouder van de ander. En zo ‘ons gezicht’ voor de ander te ‘verbergen’. En tegelijk -letterlijk- steun aan elkaar te hebben.

Maar die steun gaat geen van beiden overeind houden, zien we wel. Vanaf v2 worden de versregels steeds korter. Een topzware constructie met v9 als basis die zeker gaat omvallen. Bovendien is die basis het woord ‘kaartenhuis’. En je weet dat een ‘kaartenhuis’ uiteindelijk gedoemd is in te storten. Volgens v8 is dat zelfs al gebeurd.

De laatste strofe lijkt toe te geven dat de ondersteuning niet is om elkaar overeind te houden, maar elkaar te ‘geleiden’ in de onvermijdelijke val. Verder is het opvallend dat deze strofe de nadruk legt op gesproken ‘woorden’ door in twee versregels maar liefst drie werkwoorden daarvoor te gebruiken: ‘zeggen’, ‘praten’, ‘spreken’. De laatste versregel prefereert ‘praten’ boven ‘spreken’, maar stelt ook dat dat ‘almaar moeilijker’ is. Die twee werkwoorden duiden beide op mondelinge communicatie. Het verschil waarom het lijkt te gaan is dat je ‘praten’ met elkaar doet en ‘spreken’ tegen elkaar.

De laatste strofe gaat expliciet over communicatie met woorden en wordt zelfreflexief met ‘zou je kunnen zeggen’. De eerste strofe gaat ook expliciet over ‘woorden’ en hun materialiteit. We ‘stoten’ zelfs ‘onze tenen’ eraan. Hiermee koppelt de eerste strofe de woorden aan de lichaamsdelen in de tweede strofe. De ‘we’ in dit gedicht kunnen we dus ook opvatten als een algemeen ‘we’. Wij als samenleving of als taalgebruikers. We gebruiken en hergebruiken woorden waarvan je als individuele ‘ik’ niet ‘het recht’ hebt ze zomaar ‘de vuilnisbak in te kiepen’. Ze blijven ‘slingeren’ en worden steeds opnieuw hergebruikt. Ook als ze gaandeweg betekenissen krijgen die een ‘ik’ onwelgevallig zijn. Ook als het ‘almaar moeilijker’ wordt om als samenleving met elkaar in gesprek te blijven.

Onze ‘woorden’ vormen misschien een lichaam dat steun geeft maar uiteindelijk nergens op rust. Misschien zijn ze samen een wankel bouwwerk als een ‘kaartenhuis’.
Nou ja, ‘we geleiden’, zullen we maar ‘zeggen’.
___
 


Houdingen
Sylvie Marie
Uitgeverij Vrijdag
ISBN 9789460016257

In deze bundel staat ook het gedicht ik had het moeten weten dat eerder in onze serie Lage Landen Poëzie verscheen.

 

 

 

Over de auteur

Jeroen van den Heuvel

- Jeroen vertaalt poëzie en kinderboeken. Daarnaast schrijft hij essays over poëzie. Hij is redacteur van ooteoote.nl.