Gepubliceerd op: vrijdag 22 juni 2018

EI 102: Carmien Michels – Het gevecht met de nachtegalen

 

Ze kwamen uit de gemeenste dorpen van het Noorden
uit de steden vol galgen en zondebokken
in hun spoor de geiten die verdronken
de katten die van daken sprongen
ze kwamen onze uitbundigheid smoren

Ze waren uitgedost in grijze veren, verscholen zich
achter liefdesliederen, floten elk kind
tactieken in, hun vlucht verraadde geen schemering
geen stikkende weemoed, geen gevallen engel in hun blik

Niemand van ons had de aanval voorspeld
onze handen waren enkel wapens gewend
de wind haatte ons, we vochten met nesten in onze lakens

Ze kwamen uit het kwade Noorden, van hoge daken
die wij nooit zagen, ze krijsten alsof ze ons herkenden uit de hel
en ook nu zwijgen we, in de hoop onze laatste dode te hebben geteld

 
___
De nachtegaal is een klein vogeltje dat alom geliefd is om ijs zang. De ‘ze’ in dit gedicht zijn kwaadaardige wezens. Zijn het wel de ‘nachtegalen’ uit de titel? Getuige de tweede strofe hadden ‘ze’ ‘grijze veren’ (hoewel dat alleen voor de onderkant van de nachtegaal geldt, de bovenkant is bruin), brachten ‘liefdesliederen’, en ‘floten’.

Wat er precies gebeurd is in het ‘gevecht’ wordt niet duidelijk. Wel maakt de derde strofe ons duidelijk dat het een gevecht was zonder ‘wapens’, of in ieder geval zonder de wapens die de ‘we’ ‘gewend’ waren. Blijkbaar was de aanval als van een wolf in schaapskleren. Een idee dat inderdaad uit de tweede strofe spreekt.

Gaat het hier over verloedering van de jeugd? De ‘ze’ ‘floten elk kind tactieken in’, en ‘we vochten met nesten in onze lakens’. Maar er zijn blijkens de laatste versregel doden gevallen. Mogelijk hebben de nachtegalen een opstand van de jeugd ontketend? Mogelijk brachten ze een besmettelijke ziekte mee.

Het verhaal in dit gedicht is er een van mythische proporties. Het ‘Noorden’ wordt met een hoofdletter geschreven en symboliseert alles wat verdorven en slecht is. Het lijkt een beetje op de tien plagen van Egypte in de bijbel. De verbinding met de bijbel wordt ook gemaakt door het idee van de ‘hel’ (v14) en de ‘gevallen engel’ (v9).

Daarnaast speelt de associatie mee met kunstmatigheid via het sprookje van de Chinese nachtegaal van Andersen. En in het verlengde daarvan het idee van zich anders voordoen dan de werkelijkheid, dat ook in de tweede strofe prominent naar voren komt.

De nachtegaal komt wel voor bij ons in West-Europa, maar dat is wel zo’n beetje het noordelijkste waar ij komt. Waar bevinden de ‘we’ uit het gedicht zich? En ‘het kwade Noorden’, zijn wij dat in West-Europa?

Het gedicht bestaat uit vier strofen. Ze beginnen met een hoofdletter, maar eindigen niet in een punt. ze vormen een soort combinatie tussen een zin en een alinea. Drie strofen beginnen met ‘ze’ en beschrijven vooral de ‘ze’, de ‘nachtegalen’. Alleen de derde strofe begint met ‘niemand’ en gaat over de ‘we’. Zo zitten de ‘we’ ook qua structuur van het gedicht gevangen tussen de ‘ze’.

De overgang van de beschrijving van de ‘ze’ in de eerste twee strofen naar ‘niemand’ in de derde, kunnen we ook zien als de wending die we in een sonnet op deze plaats vaak zien. Het gedicht heeft echter een versregel te veel om voor sonnet, hoe vrij ook, door te kunnen gaan. De eerste strofe heeft daarvoor een versregel te veel: ‘ze kwamen onze uitbundigheid smoren’.

Dat is goed gelukt. De traditionele uitdrukkingsvormen zijn verlaten. Er zit zeker eindrijm in dit gedicht, maar dat is veelal halfrijm (‘-dronken’/’sprongen’, ‘Noorden’/’smoren’). alleen de laatste versregel kent een volrijm (‘geteld’) met v10 (‘voorspeld’).
In die laatste versregel zijn we bij het ‘nu’ aangekomen, waar de ‘we’ ‘zwijgen’. Geen sprake meer van ‘uitbundigheid’, enkel nog van het “tellen” van “doden”.
___
 
we_komen_van_ver

We komen van ver
Carmien Michels
Uitgeverij Polis
ISBN 9789463102919

 

 

 

 

Over de auteur

Jeroen van den Heuvel

- Jeroen vertaalt poëzie en kinderboeken. Daarnaast schrijft hij essays over poëzie. Hij is redacteur van ooteoote.nl.