Gepubliceerd op: maandag 26 maart 2018

EI 93: Wouter Godijn – Over hemelse schoonheid

 

Een beroemde dichter terroriseerde zijn gezin;
het contrast tussen zijn gezin en zijn gedichten kon hij niet verdragen;
de ‘prins der duisternis’: hij bracht de hemel naar de aarde
en leidde kinderen en vrouwen naar de hel die hij rondom de hemel maakte
als hij geen trompet speelde.
Kun je schrijven: voor deze kunstenaars was de schoonheid van hun kunst een zware last?
(Zijn deze formuleringen helder en eenvoudig
of moet ik er nog aan werken?)
Ik bedenk – terwijl ik Miles Davis opzet –
dat ze die schoonheid beter niet hadden kunnen maken
als ze dan minder slecht waren geweest.
Van dat streng zijn ga ik me groter voelen,
Plato- en kikkerachtig zwel ik op,
ik voel me een trompet waarop wordt gespeeld.
Ik spreek in gedachten tegen mijn vrouw en dochter:
jullie verwoesten mijn leven! Alles maken jullie kapot!
en ik word nóg groter, als deeg rijst hemelse schoonheid rond me op.
‘Ga weg!’ roep ik. ‘Ik wil geen hemelse schoonheid’.

Ik wil slecht schrijven en onbenullig zijn.
Ik ga naar mijn vrouw en dochter en aai ze over hun hoofd;
ik voel mezelf veranderen in een aardige man.
Het zonlicht aait de slootjes rondom het huis;
overal beginnen kikkers te kwaken.
De enige waardevolle muziek en de enige waardevolle poëzie, besef ik, klinkt zo:
kwaak-kwaak-kwaak.
Nu is iedereen gelukkig.

 
___
Wouter Godijn is een dichter die de lezer graag in de war brengt met allerlei theorieën en terzijdes of parentheses. Hij, de dichter -los van de persoon, voor zover dat mogelijk is -, beschuldigt zich zelf vaak van wangedrag, twijfelt tussen genialiteit en domheid, liefde en afkeer, burgerlijkheid en dichterschap, hemel en aarde, hel en huisgezin, schoonheid en zwerfvuil, twijfel en zekerheid, toegeeflijkheid en strengheid. Hij zou wel gezond willen zijn, maar ziek zijn heeft ook wel iets.

Hij heeft talent en hij moet schrijven, maar hij verlangt ook naar een burgerlijk bestaan, naar gewone arbeid. Hij wil een brave huisvader zijn, echtgenoot en vader. Hij is intelligent en erudiet, maar is het niet beter om onbenullig te zijn? En wat betekent dat schrijven nu helemaal? En die poëzie, wat is dat meer dan gekwaak? Raymond Queneau schreef in Zazie in de metro: “Je daast, je daast (…) dat is alles wat je kunt.”

Je talent eist je op. Je moet schrijven en dat is toch wel weer iets.
___
 

niets=iets
Wouter Godijn
Uitgeverij Atlas Contact
ISBN 9789025451967

 

 

 

 

 

Over de auteur

- Dichter, prozaïst,criticus, interviewer.