Recente Poëzierecensies – december 2017 (2)
- De nieuwe bundel van Sasja Janssen heeft de titel Happy gekregen. Meander zegt over die term: “In dit geval gaat het niet om de modieuze term die op de meest uiteenlopende aangename sensaties wordt geplakt, maar om een woord dat de taalkundige Austin gebruikte in verband met taaldaden, zoals een bevel, een belofte of een afspraak. Taaldaden zijn effectief als een uiting binnen de gegeven context kloppend is, ‘happy’. Bij de dichteres is de taaldaad het garanderen van de poëtische voortgang: ‘( … ) zolang mijn zinnen happy worden / zoals John Austin me leerde, doen mijn pennen het’. En zolang haar pennen het doen, kan ze haar leven overeind houden of in ieder geval intensiveren; de existentiële rol die poëzie voor Janssen speelt maakt deze bundel uiterst boeiend.”
-
De Volkskrant is positief over hoe de eerste vonken zichtbaar waren:
“De woorden die Simone Atangana Bekono (1991) vindt in haar debuutbundel leiden tot een wereld waarin zij met haar taal heerst”. -
“De plaatsing van de woorden aan de rand van de bladzijden in deze bundel kan eveneens worden opgevat als een strategie om de dingen in de ervaring tot aanwezigheid te brengen. Het eerste woord staat op een rechterpagina, op driekwart hoogte ervan, helemaal links tegen de lijmrand van de pagina afgedrukt. Daarna staan alle woorden aan de uiterste zijde van een linkerpagina afgedrukt, alsof van een hele zin alleen het laatste woord of de laatste paar woorden zich kunnen of mogen tonen en de rest noodgedwongen buiten het bereik van de pagina en zelfs het boek is terechtgekomen.
(…)
Hierbij dringt zich nadrukkelijk een vergelijking op met de filosofie van Martin Heidegger, waarin gesteld wordt dat de moderne westerse mens bijna noodlottig het zijn van de dingen om hem heen is vergeten. Je zou ook kunnen zeggen dat het aspect van aanwezigheid onvoldoende deel uitmaakt van onze ervaring, het meest wonderlijke van alle wonderen: dat de dingen er zijn.” De Reactor beschouwt het vele wit en de weinige woorden in Verre uittrap. Ook Ooteoote bespreekt het gedicht van F. van Dixhoorn. - “Ton van ‘t Hof is beeldhouwer van taal.” Meander bespreekt de ‘Nieuwe gedichten en een keuze uit eerder werk’: “Dichter & andere dingen biedt een overzicht van Van ‘t Hofs experimenten met de taal. Binnen één omslag de boeiendste proeven. Deels zelf bedacht, deels voortgekomen als een hertaling van Amerikaanse voorbeelden. Scheppen is hergebruiken.”
- Mappa Libri: “Echt vrolijk wordt een mens niet van Biopolitiek. In zijn nieuwe gedichtenbundel trekt de Russische activist Kirill Medvedev ten strijde tegen politiegeweld, onterechte gevangenisstraffen en zware repressie, maar evengoed voor het behoud van bossen. Grimmig, zwart en gewelddadig gaat Kirill Medvedev (1975) tewerk”. Vertaling door Pieter Boulogne.
- “De bundel kent geen indeling in afdelingen die al dan niet voorzien zijn van sturende tussenkopjes. Wel valt het me op dat er vijf gedichten met de titel ‘Abstract’ in de bundel staan. Ze hebben net als enkele andere verzen de vorm van een prozagedicht. Inhoudelijk behelzen ze een mededeling of een nieuwsfeit. Een vast gegeven in de gedichten is het moment van een gebeurtenis dat hij beschouwt en beschrijft en daarop door redeneert, zo je wilt door fantaseert. De toon is nuchter, welhaast onderkoeld, waardoor naast de ernst van het onderwerp een lichte, bevrijdende vorm van humor ontstaat” schrijft Meander over Het waaide er van Jan Glas.
- Literair Nederland: “Lange gedichten, lange dichtregels, regelmatig en solide gestructureerd door middel van compacte strofen van meestal vijf of zes regels. Een verhalende opbouw, zoals blijkt uit de inhoudsopgave die bestaat uit een intro, vier delen en een ‘deleted scene’. Daarmee knipoogt Delcompte naar de cinema. Haar bundel heet immers Western en deze is ook niet geschreven door maar ‘directed by’ Delphine Lecompte.”
- “Tijdens het lezen van verdere bijzonderheden van Rozalie Hirs kwam ik er al snel achter, dat er van de lezer een andere leeshouding gevraagd wordt.” Meander vindt een andere leeshouding en krijgt waardering voor de gedichten.
- “De dagen zijn beschadigd is niet, zoals de meeste van zijn vroegere bundels, in aparte reeksen ingedeeld maar vormt één ononderbroken sliert gedichten die kunnen worden beschouwd als een thematische voortzetting van die in Zekerheden. De ouder geworden dichter maakt nadrukkelijk de balans op van zijn leven en de ongemakken die het leven onvermijdelijk meebrengt. Hij kiest daarbij inderdaad voor een toegankelijk register, dat af en toe te parlandistisch of spreektalig dreigt te worden en daardoor aan poëtische kracht inboet. Soms zijn de slotverzen te expliciet of clichématig” oordeelt Mappa Libri over de jongste dichtbundel van Bart Plouviern.
- Meander bespreekt Sluitertijd de nieuwste bundel van Stan Mooij: “Er valt weinig negatiefs te zeggen over deze bundel met oprechte, bescheiden poëzie met een bescheiden bewogen melancholie, maar toch ook met het genieten van reizen, van vreemde steden, van herinneringen. Wat mij ook opvalt is dat godsdienstigheid als vanzelf een plaats in de gedichten inneemt”.
- “Marleen de Crée heeft een reeks geschreven van tien sonnetten, die veelbetekenend aanvangt met het woord ‘wonden’ en (niet toevallig) eindigt met ‘dromen’. Het eerste gedicht beschrijft suggestief de verwonding, de schending van het lichaam (door kwetsuren, door de tijd…) die resulteert in een splijten en een lekken. Dat gebeurt op een anonieme, haast objectiverende wijze. De daaropvolgende gedichten werken dat overkoepelende thema uit, maar hier doen mannelijke en vrouwelijke personages hun intrede. Zij worden met hun trauma’s geconfronteerd, met het besef een gebroken en verbrokkeld lichaam te zijn.” Mappa Libri bespreekt Erbarme dich waarin de gedichten een nauwe relatie hebben met het beeldend werk van Berlinde de Bruyckere.
- De Reactor bespreekt Geen delicatessen. De waarheid van de poëzie, de Hans Groenewegen-lezing die Erik Spinoy afgelopen november gaf. “Poëzie moge het ultieme voertuig van het onbereikbare zijn, misschien staan dichters tijdens het schrijven buiten de economische en politieke realiteit, maar in een wereld waarin je aan het begin van de maand je huur moet betalen en waarin je nu eenmaal moet samenleven met gekken, stommelingen en klootzakken, is enige nuchterheid geboden.”
- “Zo op het eerste gezicht geen moeilijke poëzie. Maar dat kan nog tegenvallen. Wie scherp leest ziet al gauw dat je als lezer haast geen woord letterlijk kunt nemen.” Dit laat Meander zich ontvallen in een kritische recensie van Op de hoogte van de vogels, de verzamelde gedichten van Dirk Kroon.