Gepubliceerd op: zaterdag 5 augustus 2017

Recente Poëzierecensies – juli 2017 (2)

 

  •  
  • “In deze recensie bespreek ik de nog niet eerder gepubliceerde vertaling van Selina Pierson, die zij omstreeks 1963 maakte. Corrado Hoorweg en Simone van Keulen hebben de vertaling ten dele omgewerkt. Hoorweg zorde ook voor een inleiding en een notenapparaat.” Meander is zeer ingenomen met de uitgave van de Gedichten van Jorgos Seferis.
  • “Hoe het eruit ziet, weet ik niet, maar het kan niet anders of van het Alpejagerslied moet iets fysieks te vinden zijn in de hersenpan van de gemiddelde Nederlander of Vlaming. Als ik me een DNA-keten voorstel dan moet er − hooguit zichtbaar onder een microscoop uiteraard, maar desondanks zichtbaar − zoiets zijn dat we het Alpejagersgen kunnen noemen.”
    Liter komt tot deze gedachte over het gedicht van Paul van Ostaijen door een ontmoeting met Gerard en Herman.
  • Meander is kritisch over de wereld onleesbaar van Jeroen van Kan.
  • Liter schrijft in een integere en uitgebreide recensie: “Het is bezielde poëzie die, om een of andere reden, nog weinig wordt geschreven, maar gelukkig waagde Joost Baars zich eraan en brengt hij deze kwetsbare poëzie tot leven in het heden.
    Het liefdevolle Binnenplaats is met zijn meerduidigheden, tegenstellingen en omkeringen een diep doordacht en levendig debuut.”
  • Meander: “Er lopen honderden dichters in Nederland rond die verdienstelijk hun vak verstaan, maar nooit echt zijn doorgebroken. Harry M.P. van de Vijfeijke is een van hen. (..) de tuimelaar is zijn zevende bundel”.
  • Bart FM Droog stelde Moordballaden samen, een bundel met ‘op ware moorden gebaseerde gedichten’. Meander roemt zowel de gedichten (“Het resultaat is heel aantrekkelijk, niet in het minst omdat de gedichten onderling sterk verschillen in vorm en toon.”) als de samensteller (“Droog werkt grondig en zo snel dat hij je iedere keer weer verbaast. Hij geeft een kort historisch overzicht, vermeldt de standaardwerken hij heeft gebruikt en onder ieder gedicht staat een beschrijving van de moord, zo mogelijk met links voor lezers die zich verder willen verdiepen in de zaak. Aan het eind van de uitgave staat voor liefhebbers een vijftal werken met moordliederen en hij heeft er zelfs aan gedacht een telefoonnummer en mailadres van de politie te vermelden voor het geval er zich onder de lezers tipgevers bevinden die het onderzoek naar onopgeloste moordzaken weer op gang kunnen brengen.”).
    De bundel is overigens gratis te downloaden via de Nederlandse Poezie Encyclopedie. Er komt nog een papieren versie. Bovendien is dit pas deel 1: er komt dus nog meer…
  • “De wisseltrofee voor de teleurstellendste derde bundel van de eeuw is momenteel in handen van Bernard Wesseling (1978), vorig jaar gewonnen met & de dag ligt open als een ei in zijn gebroken schaal. De Gummbahiaanse titel suggereert dat de afgang intentioneel was of tenminste werd beseft. Zelden kachelde een vitaal begonnen jonge dichter (Focus, 2006) zo rap achteruit tot collectioneur van mismoedige vakantie- & stadskiekjes, enkel nog uitblinkend in prozaïsche vormloosheid.” De Reactor bespreekt de vorig jaar verschenen bundel in relatie tot Wesselings onlangs verschenen roman Gezelschapsjongen.
  • Meander bespreekt As, vuur, de jongste bundel van Hester Knibbe. “Want de taal speelt in deze bundel de hoofdrol, met als verdienstelijke tegenspelers de dingen die geweest zijn, verbonden, verwantschappen en ontmoetingen van vroeger. Het is de as die de lezer kan doen denken aan een vuur, ooit, waarbij hij zich in de gedichten alleen kan warmen aan de nagloeiende sintels. Ook de NRC is zeer te spreken over de bundel.
  • Anton Korteweg maakte een bloemlezing van 25 ‘schilderijgedichten’ en noemde die Het oog van de dichter. Tzum bespreekt de bundel.
  • “Zoals gezegd is er een grote variatie in stijl in de gedichten. Meer dan van klank maakt de dichter gebruik van parallellie en opsommingen. Vaak smalle gedichten, met regels van hooguit drie woorden. Vrijwel geen interpunctie en alleen aan het begin van het gedicht een hoofdletter.” Zo karakteriseert Meander de vorm van de gedichten in Waar leg ik mijn hart van Wendela de Vos.
  • De Reactor: “Ecokritiek is bezig aan een opmars: nu klimaatverandering niet langer te ontkennen valt, nemen steeds meer schrijvers de pen in de hand om het tij te keren.
    Ook Maartje Smits (1984) doet dat in haar nieuwste bundel Hoe ik een bos begon in mijn badkamer“.
  • “Wie het raadsel ontraadselbaar acht, sluit onbezonnen de weg naar betekenis af.” Zo besluit Meander een recensie over Wat het raadsel achterlaat, de nieuwste bundel van Guy Commerman.

Over de auteur