Gepubliceerd op: vrijdag 25 november 2016

Beelden uit een tentoonstelling (3) – Robert Filliou

filliou-la-jocondeAls alles kunst kan zijn, is een tentoonstellingsruimte best een verwarrende plek. Museumbezoekers hielden ooit een zinken teil, bedoeld om de druppels van een lekkend dak op te vangen, voor een kunstwerk. Ze bekeken het met kennersblik. Een schoonmaakploeg ruimde een Fettecke van Joseph Beuys op. Het blok roomboter belandde in de vuilnisbak, de sporen werden grondig verwijderd. (De deelstaat Nordrhein-Westfalen betaalde een schadevergoeding van 40 000 DM.) Elders vond onderhoudspersoneel wat in hun ogen slordig verpakte rommel leek – en ze pakten het uit. Daar kon Christo niet om lachen.

In het begin van de overzichtstentoonstelling over het werk van Robert Filliou (1926-1987) staan tegen een pijler een borstel en een emmer waarop een dweil ligt. Per vergissing achtergelaten, in de haast net voor de opening? Toch niet: boven aan de borstelsteel hangt aan een touwtje een stuk karton, waarop wat klungelig staat geschreven: ‘La Joconde est dans les escaliers’.  Even dwaalt je blik naar de trap, enkele meters daarvandaan. Je glimlacht.

Het portret van de Mona Lisa, waar dagelijks 20 000 bezoekers naar komen kijken, bevindt zich natuurlijk niet hier in het M HKA maar in het Louvre. En het hangt zeker niet in een traphal, maar in een eigen zaal waar de bezoekers het naar hartenlust kunnen belegeren. Wil je Leonardo da Vinci’s meesterlijke portret van Lisa Gherardini rustig bekijken, kun je dat tegenwoordig (aura of niet) het best virtueel. Dat is het treurige lot van een icoon van de westerse schilderkunst.

Dat icoon heeft overigens al meer te verduren gekregen, ook van kunstenaars. Marcel Duchamp voorzag een reproductie van de Mona Lisa met potlood van een snor en een sikje en schreef er als een baldadige schooljongen in hoofdletters ‘L.H.O.O.Q.’ onder. Wie dat in het Frans uitspreekt, begrijpt dat ze een hete teef wordt genoemd. Weinig eerbiedig voor die jonge vrouw met haar opgewekte karakter (om die reden heette ze ‘la gioconda’, uiteraard ook omdat ze de echtgenote was van Francesco del Giocondo) en raadselachtige glimlach. Duchamp was het die – het befaamdst met zijn urinoir dat hij poëtisch en metonymisch Fountain noemde, maar ook met bijvoorbeeld een sneeuwschop die hij ironisch In Advance of the Broken Arm betitelde – een alledaags voorwerp tot kunstwerk uitriep en daarmee het genre van de readymade schiep. In zijn ijver om te bepalen wat kunst was, maakte hij het trouwens nog bonter. Met een omkering en in het kader van het dadaïstische streven naar antikunst stelde hij voor een Rembrandt als strijkplank te gebruiken. Een misdaad die gelukkig enkel op papier werd begaan.
marcel_duchamp_mona_lisa_lhooq

Vergeleken met Duchamp is dit werk van Robert Filliou slechts gedeeltelijk een readymade, al lijkt het wel uit het leven gegrepen. De mededeling op een stuk karton, waaraan het zijn titel ontleent, geeft het iets meer mee. Van wie is die boodschap, voor wie? Van de kunstenaar die, in de lijn van de Fluxusbeweging van de jaren zestig, het elitaire karakter van museumkunst onderuit wilde halen, kunst wilde relativeren en democratiseren en op dezelfde hoogte brengen als het dagelijks leven? Dan kan de boodschap een meesterlijke zet zijn, vooruitlopend op de reactie van een kunstliefhebber die zweert bij museumkunst (en hem tegelijk met een kluitje in het riet stuurt). Of hoort de boodschap gewoon bij wie borstel en emmer hanteert, de schoonmaakster? Haar wordt misschien tientallen keren op een dag gevraagd waar ‘La Joconde’ te vinden is, en nu is ze het beu de weg te wijzen? Misschien lijkt de werkster een beetje op ‘La Joconde’, is dit haar bijnaam en staat ze gewoon op de trap een sigaret te roken (toen dat nog mocht)?

In ieder geval is Filliou’s werk minder agressief dan wat Duchamp de Mona Lisa aandeed. Het wijst weg van zichzelf, naar het gewone leven buiten de kunst. Je kunt er zelfs een eerbetoon aan een o.m. door snobistische kunstliefhebbers geminachte beroepsgroep in zien: de intussen tot steeds meer flexibiliteit en minder uurloon gemaneuvreerde schoonma(a)k(st)er. Filliou zet hoog en laag op hun kop, een vrolijke ‘Umwertung aller Werte’. De glimlach van de Mona Lisa schenkt hij aan wie naar zijn kunstwerk kijkt. Een fractie van de aandacht en de bewondering die het werk van Leonardo da Vinci krijgt (geschatte, maar eigenlijk niet te verzekeren waarde 700 miljoen dollar) laat hij de slechts met haar werkgerei opgeroepen en verder (zeker ook symbolisch) onzichtbare werkster toekomen. Een lichte correctie door een kunstenaar die graag zei: ‘L’art est ce qui rend la vie plus intéressante que l’art.’ Als in taoïsme en boeddhisme geïnteresseerd man wist hij vermoedelijk dat dit niet helemaal klopt. Wat wel?

Zou de poetsvrouw in kunst en literatuur al eens een onderzoek waard zijn gevonden? In Franz Kafka’s Die Verwandlung (1915) krijgt ze geen fraaie rol. Ze ruimt Gregor Samsa met afgrijzen op en noemt hem ‘een oude mestkever’. Gerrit Achterberg rehabiliteert de ‘Werkster’ (1949) in een gedicht dat in het sextet zelfs wat pompeus wordt:

Zij kent de onderkant van kast en ledikant,
ruwhouten planken en vergeten kieren,
want zij behoort al kruipend tot de dieren,
die voortbewegen op hun voet en hand.

Zij heeft zichzelve aan de vloer verpand,
om deze voor de voeten te versieren
van dichters, predikanten, kruidenieren,
want er is onderscheid van rang en stand.

God zal haar eenmaal op Zijn bodem vinden
gaande de gouden straten naar Zijn troon,
al slaande met de stoffer op het blik.

Symbolen worden tot cymbalen in de
ure des doods – en zie, haar lot ten hoon,
zijn daar de dominee, de bakker en de frik.

j_wall-morning-cleaning_1999
Jeff Wall bracht een icoon van moderne architectuur en design (het Barcelona-paviljoen uit 1929 van Ludwig Mies van der Rohe) en een schoonmaker samen in zijn grote lichtbakfoto Morning Cleaning (1999).

claerbout_sunrise_still

David Claerbout maakte een video-installatie over een schoonmaakster die ’s nachts en in de vroege ochtend een ook weer imposante strak modernistische villa onder handen neemt. Na haar werk komt er kleur in haar leven en fietst ze door een betoverend mooi landschap naar huis: Sunrise (2009).

Robert Filliou’s werk La Joconde est dans les escaliers (1969) is tot 22 januari 2017 te zien in de tentoonstelling Robert Filliou – Het geheim van de permanente creatie in het M HKA, Antwerpen.

Over de auteur

- is criticus en literair vertaler: recentelijk Ann Cotten, Alle zwanen heten Reinhard en andere gedichten (2011), Spiel auf Leben und Tod. Die Auferstehung des Konrad Bayer (Schreibheft 79/2012), Norbert Hummelt, Geen veerman, geen Styx (2014, met Jan Baeke), Marion Poschmann, Landschap van wilde geruchten. Gedichten (2015), Konrad Bayer, idioot (2015), Konrad Bayer, de peer en ander proza (2017), Ernst Jandl, poëzieklysma (2017), Jean Paul, Gedachtegewemel (2018), Georg Heym, De gek (2019), Gerhard Rühm, het raam (2020), Novalis, Fragmenten/denkopdrachten (2020), Cornelia Hülmbauer, Cyclus V (2020)