Gepubliceerd op: vrijdag 19 augustus 2016

Recente Poëzierecensies – augustus 2016 (1)

 
woorden op zinnen gezet

  •  
  • Lieke Marsman schrijft over angst” stelt Klecks en onderzoekt in hoeverre dat ook zo is in Wat ik mezelf graag voorhoud, haar eerste bundel uit 2010.
  • “Het is voor de tweede keer dat ik een bundel van sadà\exposadà te recenseren krijg, en maar niet begrijpen kan wat hij bedoelt, waar hij op zint.” Meander Magazine worstelt met de poëzie in De zaal van baards! en oppert voorzichtig dat de dichter wellicht “doelt op het woekeren met woorden, door ze elke keer in andere context te plaatsen en zo hun betekenis te verrijken: de bundel bevat eindeloos veel verbanden van bepaalde woorden”.
  • “Nu is er de bundel Aanmatigingen waarin ‘Albumbladen’ staan voor nog levende dichters uit de Queridostal, door Jan Kuijper bijeen gezet in de tijd dat hij daar lector en redacteur was.” Te lezen op Tzum.
  • Klecks waagt zich aan een experiment en heeft “(…) de volgende (toegegeven, ietwat onorthodoxe) methode gekozen: ik zal de gedichtenreeks die Alfred Schaffer gepubliceerd heeft in de Tirade die gisteren door mijn brievenbus viel, recenseren/interpreteren met aan het ene uiterste de kranten van gisteren en vandaag (in het bijzonder: het NRC Handelsblad van gisteren, en het AD en Financieel Dagblad van vandaag) en aan het andere uiterste de door de Gereformeerde Bijbelstichting op drukfouten gecorrigeerde Statenvertaling uit 1657″, en bespreekt volgens deze methode toen was het avond geweest en het was morgen geweest.
  • Meander Magazine beschouwt de poëtische ontwikkeling van Margreet Schouwenaar naar aanleiding van het verschijnen van Woorden op zinnen gezet. Verzamelde Gedichten. “Na herhaalde lezing valt het op dat naar de vorm genomen de gedichten in regellengte en strofeomvang toenemen. Het hermetisme heeft Schouwenaar gaandeweg wat losgelaten. De vormvastheid neemt af, hoewel in de laatste bundel Warm van vacht (2016) de vorm weer wat aandacht krijgt. De gedichten raken steeds meer op een lyrisch subject betrokken. Het proeven van kleur, klank, ritme en betekenis van de woorden neemt de overhand, zoals bijvoorbeeld haar kritiek op een woord als ‘men’. De geschiedenis van en met mensen raakt wat meer ingevlochten in haar gedichten. Haar thematiek van de drempelervaring waaiert breed uit: van liefde naar waarheid en van religie naar vrijheid.”
  • “De lezer probeert contact te leggen, steeds weer, en in het proberen vindt hij zijn relatie met het gedicht. Paradoxaal, maar niettemin.” laat Tzum zich ontvallen in een bespreking van Wie hier binnentreedt van Hedwig Selles.
  • “In hun inleiding wijzen de redactieleden erop dat het huidige poëzieveld zeer heterogeen is, maar er toch drie tendensen zichtbaar zijn die zij in het vervolg uitstekend uitwerken: ‘hedendaagse poëzie zoekt uitdrukkelijk de publieke ruimte op, beweegt zich tussen verschillende media en wil zich niet beperken tot de Nederlandse taalgrens.’” schrijft Meander Magazine in een recensie van de essaybundel Dichters van het nieuwe millennium, onder redactie van Jeroen Dera, Sarah Posman en Kila van der Starre.
  • Twee bundels van dezelfde uitgeverij worden in één recensie besproken op Liter. Daarbij komt Alles is een onderbreking van de lege ruimte van Estelle Boelsma (“De bundel leest als een verslag van een training in vervreemding.”) er beter vanaf dan Je hebt zelf kans op gladheid van Peter van Galen (“Al kan ik erg gniffelen om veel van de blurbs, er is geen reden waarom ik deze bundeling in huis zou halen.”).
  • “Elk gedicht is van begin af aan al aan ijlings aan het blijven, willoos aan het worden, is van meet af aan iets dat je je slechts heilloos herinneren kunt.” Klecks bespreekt het overbekende gedicht De zeer oude zingt van Lucebert vanuit het idee dat elk gedicht zichzelf onleesbaar maakt.

Over de auteur