Recente Poëzierecensies – juni 2016 (2)

-
-
Rainer Maria Rilke schreef ze, Bert Karel Schreurs vertaalde ze, en De Reactor bespreekt ze: “Het belang van De sonnetten aan Orpheus zit ’m vooral in de onthechting, de aansporing om de wereld in een ruimer perspectief te zien, los van de fixaties van het hier en nu, voorbij wat tegenwoordig consumentisme en utilitarisme heet.”
-
“Het vitale lijkt zich hier evenwel niet te richten tegen de eigen melancholie, waarbij het vitale omslaat in het tegendeel (de vernietiging), maar staat juist bijna uitsluitend in het teken van vernieuwing.” is één van de opmerkingen die Liter maakt over de verhouding tussen melancholie en vitaliteit in de bundel Vuurwerk zei ze van Stefan Hertmans.
-
alles is een onderbreking van de lege ruimte van Estelle Boelsma ontlokt aan Meander Magazine de uitspraak: “vervreemding wordt in deze bundel werkelijk een beetje ‘talig’ gemaakt”.
-
“In Dit is hoe het ging lezen we door de ogen van verschillende familieleden (moeder, vader, oma, zusje) over die verhoudingen. Hierdoor blijft het een ‘open’ bundel, die uitnodigt tot herlezen. Je wil erachter komen waarom deze familieleden er vaak voor kiezen (of kozen) niet het achterste van hun tong te laten zien. Als gezegd: veel wordt verzwegen en ‘verzwijgen’ is ook een terugkerend thema in de bundel.” Aldus beschrijft Passionate Platform de nieuwste bundel van Froukje van der Ploeg.
-
Tzum bespreekt Ontsnappingen en merkt daarbij op: “Eva Gerlach gebruikt ongrammaticale middelen om het onbegrijpelijke weer te geven.”
-
“Lezen dus! Bij mij op de maan.” is de korte maar overtuigende conclusie van Meander Magazine na een meeslepende recensie van deze bundeling Russische kindergedichten, vertaald door Robbert-Jan Henkes.
-
8 weekly is zeer te spreken over Mijn gedichtenschrift, een bundeling korte essays van Benno Barnard, elk naar aanleiding van een gedicht. “Geen enkelvoudige poëzieanalyse, maar een vertakking van allerlei zinnige associaties die het gedicht toestaat. Dat leest prettig, ook als het gedicht van keuze je minder aanstaat. Het promoveert je bovendien des te meer tot een betrokken lezer, betrokken bij zowel gedicht als commentaar.”
-
“In tegenstelling tot wat je misschien zou verwachten, sluiten Arendts gedichten niet onmiddellijk aan bij haar filosofische theorie. (…) Dit zijn sfeervolle gedichten: over het vallen van de avond, over de bloei van de zomer, over afscheid, over troost, over eenzaamheid en liefde.” schrijft De Reactor over Ich selbst, auch ich tanze, de verzamelde gedichten van Hannah Arendt.
-
Meander Magazine karakteriseert de poëzie van Jacob Bos in zijn nieuwste bundel Alsof niemand hier onsterfelijk is als “helder en strak geschreven (…) met een grote vormvastheid”.
-
Veel aandacht voor 100 jaar dada. De vlucht uit de tijd, een verzameling notities van Hugo Ball in de vertaling van Hans Driessen krijgt meerdere recensies. Tzum: “Dada: een orgiastisch verzet tegen de bruikbaarheid.” De NRC: “De tekst geeft een schitterende impressie van de totale verwarring, de grondige mentale crisis waaruit vóór, tijdens en na de Eerste Wereldoorlog de zogenaamde ‘historische’ avant-garde is ontstaan.” De Reactor: “De hoofdzaak is waarschijnlijk wel dat Ball ‘een morele en geen economische verandering’ wil, ‘hoezeer de economie ook mag samenhangen met morele kwesties’: de maatschappij moet opnieuw bezield raken.”
-
“[H]et boek is een schatkist” juicht de NRC over Handig Literatuurboek, een bundeling korte stukjes van Willem Wilmink postuum samengesteld door Guus Middag. “Dat is vooral Wilminks bezigheid in deze stukken: vertellen waar de kracht en het leven te vinden zijn in de poëzie, waarom poëzie mooi is, en hoe dat dan komt.”
-
Meander Magazine plaatst kanttekeningen bij Door het vanggat, maar heeft daarnaast veel lof voor deze debuutbundel van Aly Freije: “Haar dichterlijke beschrijving van de belevingswereld van haar jeugd in de vroegere Oost-Groningse Veenkoloniën is (…) treffend en precies tot in de details”.
Over de auteur