Anton Steen: jagersklacht
De 35ste editie van Vers van het Mes is gehouden op 8 oktober 2015 in het Poëziecentrum in Gent en op 9 oktober in Perdu in Amsterdam. Ooteoote brengt van alle drie de deelnemers enkele gedichten. Vandaag: jagersklacht van Anton Steen.
jagersklacht
ach koningin ach majesteit
gij zijt een schone gij ik die u heb gespaard en
’t hertenhart nog kloppend als een ontstoken wonde
op een zilveren schaal aan uw moeder presenteerde
opdat zou zijn gelest haar bloeddorst gij schone gij
gij vondt niet beter dan te verdwalen in het bos
niets beter dan zeven vieze ventjes
ach koningin ach majesteit
denkt niet dat ik niet weet hoe in de langzaamheden
van uitgezakte middagen in ’t koninklijk plantsoen
gij kleine schaduwen ontwaart in ’t lage struikgewas
gij zoekt mijn blik niet maar vraagt de muren wat daar beweegt
of hoe gij ’s avonds basstemmetjes bespeurt in ’t kraken van een trap
denkt niet dat ik niet hoor hoe
uw hart een tel vergeet te slaan als een van de paleishonden
over ’t gras gedrenteld komt met iets dat spartelt in zijn bek
hoe blij gij zucht als ’t blijkt een duif te zijn of een konijn
denkt niet dat ik niet weet hoe gij op hun terugkeer wacht
hoe gij herinneren blijft zeven kleine tongen veertien handjes
hoe ze krioelden in uw bed knorrend als pasgeboren biggen
wijl gij ze toeliet tussen uw marsepeinen dijen
denkt niet dat ik niet weet gij schone gij gij niet van mij
wat peinst ge wat peinst ge majesteit
straks koningin dra komt mijn uur
dra laat ik aantreden in uw vertrek zeven lakeien
die zeven zilveren schaaltjes aan u presenteren
en op elk schaaltje klopt als een ontstoken wonde
een klein vertederend klein warm donker orgaantje
hoe dan uw blik de mijne zoekt en vraagt wat daar beweegt
uw stem die krijst mij dwingt te zeggen dat het konijnen zijn
hoe gij tenslotte smeekt
ik zwijg
o majesteit die mij vertederde gij die mij verteerde
negeerde en vernederde ik ooit uw redder nu ontredderd
gij kunt me vierendelen me laten rotten in de diepste kelder
van ’t paleis me opknopen aan de hoogste boom wat peinst ge
wat deert het mij
ik zwijg
zolang ik zeker weet dat die slang die
zich om uw bleke hals slingert die rat die
u van binnen leegvreet voor altijd
mijn naam draagt
zwijg ik
ach koningin ach gij schone gij
Vers van het Mes is georganiseerd door deBuren, Poëziecentrum en Perdu, met steun van de TaalUnie.