De regels XLV
‘tenen lopen met het denken de in klakken gehulde tong’
uit ‘Die deed mijn schoenen aan 1’, Rozalie Hirs
Wat gebeurt er tussen tenen en tong? De gedichtenreeks ‘Die deed mijn schoenen aan’ bestaat uit zeven gedichten vol bloemrijke plantennamen, een wandeling door een landschap van associaties waarbij zelden te zeggen valt wat zijn betekenis niet ontleent aan andere woorden. Maar deze regel is relatief onafhankelijk en lijkt op zich gelezen te kunnen worden.
Maar hoe? Wat doen deze woorden met elkaar? ‘lopen’ is het enige woord dat voor de functie van gezegde in aanmerking komt, dus laten we daar vanuit gaan. ‘tenen lopen’, niet onlogisch, al zou je eerder zeggen dat iemand op zijn tenen loopt. ‘tenen lopen met het denken’. Is degene die op zijn tenen loopt aan het denken? Of loopt het denken op zijn tenen? ‘de in klakken gehulde tong’. Hoe kunnen klakken een tong omhullen? Wat heeft dat met de tenen of met het denken te maken?
Om verder te komen moeten we naar de klank luisteren. Wat gebeurt er in onze mond als we de regel uitspreken? Voel je de tong heen en weer schieten, van de ‘t’ van ‘tenen’, naar achteren, naar de ‘l’ van ‘lopen’, terug, na twee kleine tikjes op ‘met’ en ‘het’, naar, nu zachter, de ‘d’ van denken, voel je hem zuigen op ‘klakken’ en weer tikken op ‘tong’? Is het niet net of je tong op zijn tenen door je mond danst? Of hij zich in zijn eigen geluiden hult? Het doet mij denken aan die regel uit de beroemde opening van Lolita, die feitelijk ook poëzie is: ‘Lo-lee-ta: the tip of the tongue taking a trip of three steps down the palate to tap, at three, on the teeth.’
Zowel tenen als tong zijn toegespitst in deze regel, ze gebruiken allebei alleen de punten (en ze beginnen allebei met een ‘t’). Daarom staan ze samen in deze regel. Tussen de tenen en de tong beweegt zich het denken. Het is lichtvoetig en hult zich in taal. Dat is gelijk een prachtige kenschets van de poëzie van Rozalie Hirs.
Een regel die je pas volgen kunt al je hem in je mond voelt bewegen. Kan poëzie iets hogers bereiken?
Elke week onderzoekt Han van der Vegt hier de geschreven en ongeschreven regels van de Nederlandse poëzie.