Gepubliceerd op: zaterdag 21 februari 2015
Nieuws | Door Perdu

Vers van het mes XXXIII

26 februari in Gent, 27 februari in Perdu

Met: Kees van Houte, Lize Spit, Herlinda Vekemans & Leo Svirsky

2013 Logo Vers van het mes door Anja Groten

 

Al sinds 2003 nodigt Perdu nog niet gedebuteerde dichters uit om uit eigen werk voor te dragen en te reflecteren op hun dichterschap. Dat gebeurt tijdens de programmareeks Vers van het Mes. Sinds de vijfentwintigste editie is deze serie een internationale reeks met afleveringen in Amsterdam en Gent, georganiseerd door Perdu, het Poëziecentrum en deBuren, ondersteund door de TaalUnie.

Vers van het Mes is geen poetry slam, geen open podium, geen wedstrijd. De deelnemers krijgen de tijd en de gelegenheid zich uitgebreid te presenteren. Dit doen ze middels poëzievoordrachten en het uitspreken van een kleine poëtica over hun werk, het poëzielandschap en hoe ze zichzelf daarin zien.

We nodigen voor elke editie onontdekte Vlaamse en Nederlandse dichters uit. Daarnaast is er telkens een dichter te gast die optrad tijdens een van de vorige edities en inmiddels een indrukwekkend oeuvre heeft opgebouwd. Kees van Houte (NL) en Lize Spit (BE) stellen zich voor met voordracht en een kleine poëtica; oudgediende Herlinda Vekemans vertelt hoe haar werk en poëtica zich ontwikkeld hebben sinds zij bij Vers van het Mes optrad. Leo Svirsky besluit de avond met een muzikaal optreden.

Organisatie: deBuren, Perdu en het Poëziecentrum, met steun van de Nederlandse Taalunie.

Van Kees van Houte:

Aubade

Ik werk de hele dag
en ´s avonds ga ik nat,
en niet te laat naar bed,
m´n wekkertje gezet.

De ochtend volgt als stilte
na een storm, de kilte
van weglopend water
uit wasbak, druipend haar,

fixatie van oogopslag,
mond koffie, hap
uit een stuk toast,
wat me is veroorloofd

vanwege de metronoom.
Ik fixeer dit idioom
elke ochtend opnieuw,
als een blik in de spiegel.

Echter, na de storm
volgt ook het buitenom
van vogelzang; de dood
ontvlucht in ijle radio´s,

het slavenkoor, ontbolstert,
raast van Bolsward tot Den Dolder,
en de boer in zijn hoeve,
is al uren op zijn hoede.

En zo begroet de school des levens
me op goede dagen: met zwoele
zonnestralen, en op slechte met regen,
en dan woekert de dag.

Van Lize Spit:

sabel

de buurman duwt zijn hond
de leiband strakgespannen als een sabel
de grasmaaier trekt de man die zijn ogen sluit
zo recht mogelijk achter zich uit

hier kan men hoogstens te pletter
lopen tegen lakens die maar niet drogen
op de hoek van het kerkhof ligt een café
daar zitten mensen te zitten
tot ze ergens anders te laat kunnen komen in hondenlevens
is er zeven keer minder tijd maar honden geven nooit die indruk
tenzij ze konijnen ruiken

duwen heeft veel weg van trekken
als het aan tegenovergestelde kanten plaatsvindt

zij die aan het kerkhof zitten bierdrinken lijden
waarschijnlijk aan te weinig
fantasie bijvoorbeeld wat als de avond valt
en onze hoofden van onze rompen scheidt

Over de auteur

-