Gepubliceerd op: donderdag 26 februari 2015

De regels XXXV

‘o – mijn vriend – deze wereld is niet de echte.’
uit ‘Ik heb mij met moeite alleen gemaakt’, Hans Lodeizen

Vroeger, toen ik voor het eerst goed gedichten begon te lezen, vond ik het een geweldige regel. Natuurlijk, dit is niet de echte wereld, er moet iets meer zijn, later, verder weg of ergens in je hoofd waar je nog geen toegang hebt gevonden.

De regel is het toppunt van escapisme: je ontsnapt niet naar een fantasiewereld om de problemen van de echte wereld te vergeten, nee, je ontkent dat je wereld de echte wereld is. Hij vormt een mengeling van romantisch smachten en een vermoeide zucht.

Echte wereld

Zo klinkt de regel ook. De vele e’s geven hem een matte klank, alsof het de mond te veel moeite is om andere klanken te vormen. De apostrof – de aanroep – is met de o en de ie het meest uitgesproken deel van de regel. De streepjes dwingen je trager te gaan lezen. Ze leggen grote nadruk op dat ‘mijn vriend’. Als homoseksueel zal Hans Lodeizen die woorden niet snel onverschillig hebben opgeschreven, zeker niet eind jaren veertig, de tijd dat het gedicht gemaakt is. Misschien zijn de streepjes een aarzeling, misschien een daad van verzet. Tegelijk bouwen ze de spanning op voor het laatste deel van de regel. Ze geven het meer gewicht. Dat deel verloopt in een tweedelig metrum, met de klemtoon op de eerst lettergreep, afgezien van de drie lettergrepen ‘wereld is’. Hierdoor vertraagt het ritme weer iets, en komt er meer nadruk op ‘niet’, de eerste klemtoon daarna. De ie in ‘vriend’ wordt herhaald in ‘niet’, ‘deze wereld’ is opgebouwd uit drie variaties op e, die ook weer terugkomt in ‘echte’.

Maar over elke wereld gaat het hier eigenlijk? Pas veel later, toen ik het gedicht beter las, of dacht beter te lezen, zag ik dat je de regel ook anders kunt begrijpen. Hij staat in een gedicht dat over afzondering en verbeelding gaat. En vanuit dat gedicht spreekt hij. De regel kan dus ook over de wereld van het gedicht gaan.

Ook dan is de betekenis van de regel niet vast, want hij kan betekenen: ‘Verlies je niet in verbeelding, maar keer terug naar de echte wereld’, of juist, ‘Kom hierheen, deze wereld van de poëzie is lang niet zo erg als de echte’.

Hoe langer je naar de regel kijkt, hoe meer je ziet, hoe minder je weet. Het is net de echte wereld. En daarmee blijft het een geweldige regel.

Elke week onderzoekt Han van der Vegt hier de geschreven en ongeschreven regels van de Nederlandse poëzie.

Over de auteur

- is dichter en vertaler. Zijn bekendste gedicht is Exorbitans, dat niet alleen als bundel maar ook als ruimteopera op cd is verschenen, met muziek van Jan Frans van Dijkhuizen. In 2015 verschijnt zijn nieuwe bundel Navigatiesystemen. Han van der Vegt schreef ook de kinderboeken Het rode ei en Het zwarte ei.