Gepubliceerd op: donderdag 4 december 2014

De regels XXVII

‘Als ik loop, is er niets aan de hand.’
uit ‘Open stad 1. De bejaarde man’, Wim Brands

Het gaat er niet om dat je van problemen weg loopt, of dat je naar hun oplossing toe loopt. Het gaat om het lopen zelf. Het lopen zelf is de oplossing. Voor zolang het duurt. Want aan lopen komt altijd een eind, zeker als je een bejaarde man bent.

De dreiging in de regel is direct voelbaar, ook al geeft hij geen aanwijzingen voor wat er dreigt.
Want het zegt natuurlijk niets, dat ‘is er niets aan de hand’. Het is een open formulering. Wat er aan de hand zou kunnen zijn mag je zelf invullen. Wim Brands doet dat misschien niet om meerdere lezingen mogelijk te maken, maar vooral, denk ik, omdat je dat niet zou doen als je deze regel voor jou geldt. Je wilt niet weten wat je bedreigt, dat wil die oude man ook niet. Je wilt er niet aan denken. Daarom loop je.

Lopende man

Het is een rustige, ingehouden regel, zoals vrijwel alles aan Brands’ poëzie ingehouden is. Er ligt een klemtoon op de eerste lettergreep, want het gaat om een loopritme. Tussen de stappen vallen één of twee lettergrepen. Twee accenten vallen in het eerste zinsdeel (‘Als’ en ‘loop’), en twee in het laatste (‘niet’ en ‘hand’), hoewel dat veel langer is. Het ritme van de regel verdicht wat, de voetstap blijft gelijk.

Bruce Chatwin dacht dat het pas fout was gegaan met de mensheid toen die het lopend bestaan opgaf, huizen bouwde, zich vestigde. Hij geloofde hartstochtelijk in zijn theorie. Hij liep de nomadenstammen van de wereld af om haar te bewijzen. Of om te bewijzen dat er met hem niets aan de hand was. Je kunt natuurlijk evengoed zeggen dat het eerder al is fout gegaan toen de dieren het land op kropen fout is gegaan, of later, met de Verlichting. Daar gaat het niet om. Het gaat erom dat je blijft geloven, blijft redeneren, blijft schrijven.

Op de duur werkt schrijven net als lopen.

Elke week onderzoekt Han van der Vegt hier de geschreven en ongeschreven regels van de Nederlandse poëzie.

Over de auteur

- is dichter en vertaler. Zijn bekendste gedicht is Exorbitans, dat niet alleen als bundel maar ook als ruimteopera op cd is verschenen, met muziek van Jan Frans van Dijkhuizen. In 2015 verschijnt zijn nieuwe bundel Navigatiesystemen. Han van der Vegt schreef ook de kinderboeken Het rode ei en Het zwarte ei.