De P.C. Hooft-prijs, de belangrijkste prijs in de literair Nederland, gaat volgend jaar naar dichter-vertaler Anneke Brassinga.

De P.C. Hooftprijs wordt afwisselend toegekend voor poëzie, proza en essayistiek. De jury, bestaand uit Wim Brands, Anja de Feijter, Rozalie Hirs, Erik Lindner en Maaike Meijer, stelt in haar rappiort: ‘In elk gedicht openen zich onvermoede vergezichten van zeggingskracht. De taal wordt omgekeerd, uitgekleed en weer opnieuw uitgedost totdat alle registers die er ooit in voorgekomen zijn weer meedoen.’

Brassinga (Schaarsbergen, 1948) debuteerde vrij laat, in 1987, met de bundel Aurora. Sindsdien heeft ze een consistent oeuvre opgebouwd, dat volledig is doordrongen van kennis en besef van de Europese cultuur en spreekt met een zeer eigenzinnige stem. Brassinga had ongeveer elke prijs die er in Nederland met poëzie te winnen is al gewonnen, zoals bijvoorbeeld de VSB-prijs voor haar bundel Verschiet. Daarnaast kreeg ze de Martinus Nijhoff-prijs voor haar vertaling van Nabokovs De gave.

In 2005 verscheen een verzamelbundel van haar werk, Wachtwoorden. Onlangs kwam haar bundel Het wederkerige uit.