Gepubliceerd op: zaterdag 29 november 2014

Kenneth Goldsmith adviseert schrijvers: verdoe je tijd op internet

Google before you tweet is the new think before you act, is een bekende grap op internet. De serieuze ondertoon is evenwel dat de manier waarop we taal gebruiken sterk aan het veranderen is door het internet en de “nieuwe media”.

Kenneth Goldsmith, conceptueel dichter en docent ‘Uncreative writing’ aan de universiteit van Pennsylvania gaat komend jaar het vak ‘Wasting time on the internet’ geven aan een groep studenten. Tijdens de ‘lessen’ wordt er niet gesproken. Als er al onderling wordt gecommuniceerd, gaat dat via internet.
De tijd dient besteed te worden aan e-activiteiten, waarbij alles is toegestaan, maar van de studenten wordt verwacht dat ze aan het einde van de periode een literair stuk maken gebaseerd op de ervaringen en gegevens die ze bij het verdoen van hun tijd op internet hebben opgedaan.

Kenneth Goldsmith
Kenneth Goldsmith tijdens een eerder project: Het internet printen

Het elektronische tijdperk waarin we ons bevinden, zorgt ervoor dat we anders omgaan met de wereld, met andere mensen en met de verschijnselen om ons heen. En dat geldt zeker ook voor taal. Goldsmith vergelijkt onze situatie met het ideaal van de surrealisten:

We worden overspoeld door een nieuw, elektronisch collectief onderbewuste; we zijn aan verschillende apparaten gekoppeld, half wakker, half in slaap. We telefoneren terwijl we op internet surfen, we horen gedeeltelijk wat er tegen ons gezegd wordt terwijl we tegelijk e-mails beantwoorden en status-updates bekijken. We zijn goed geworden in afgeleid zijn. Vanuit een creatief oogpunt moeten we dat toejuichen. Een enorm deel van de taal van het internet is uitstekend ruw materiaal voor literatuur. Omdat ze uiteenlopend, samengevat, van context ontdaan, en vooral, knip-en-plakbaar is, kan ze makkelijk herschikt worden tot kunstwerken.

Op een andere manier communiceren, op een andere manier omgaan met taal: het moet wel enorme invloed hebben op de literatuur, dat spreekt. Of in dit verband misschien beter: dat appt.

We lezen en schrijven meer dan we een generatie lang gedaan hebben, maar we lezen en schrijven anders – we scannen, pitsen, grazen, bookmarken de taal, we sturen haar door, retweeten, rebloggen en spammen haar – op manieren die nog niet zijn erkend als literair.

Het is natuurlijk prachtig dat een nieuwe generatie schrijvers door Goldsmith begeleid wordt op hun pad naar nieuwe vormen en genres in de literatuur. Maar het is een experiment dat we allemaal kunnen doen: plan iedere week een paar uur ‘nutteloze’ internet tijd en wat je tegenkomt aan taal en teksten gebruik je om ‘nieuwe’ literatuur te maken. Er kan eigenlijk niets mis gaan. We kunnen alleen maar iets winnen.

Kenneth Goldsmith legt in de New Yorker de achtergronden van dit experimentele vak uit.

Over de auteur

Jeroen van den Heuvel

- Jeroen vertaalt poëzie en kinderboeken. Daarnaast schrijft hij essays over poëzie. Hij is redacteur van ooteoote.nl.