Gepubliceerd op: woensdag 11 september 2013

Zemzem over Read my World

ZemZem Jaargang 9; nr. 2 / 2013Vrijdag gaat het eerste Read my World festival van start in de Amsterdamse Tolhuistuin. Voor Zemzem schreef ik een essay over de achterliggende gedachte van Read my World. Het papieren nummer is te koop tijdens het festival, met daarin ook werk van alle internationale auteurs. Het essay is ook op de site Joop te lezen.

In de uitleiding bij Een middag in Bruay, een bundeling essayistische reisverslagen van Cees Nooteboom uit 1963, zet de journalist W. L. Brugsma uiteen wat de waarde is van de columnist Cees Nooteboom. ‘Mijn vriend Nooteboom ontleent aan zijn schrijverschap de overtuiging dat politiek een produkt is van hetgeen er beneden in het overzichtelijke rijk van het alledaagse leven, slapen, doen en nalaten, gebeurt.’

De columns van Nooteboom lijken in weinig op de enorme stroom meningen die hele volksstammen columnisten tegenwoordig dagelijks over ons uitstorten. Ze vertonen meer gelijkenis met de cursiefjes van Simon Carmiggelt dan met de wekelijkse reflecties op de politiek van Bas Heijne. Het zijn nauwkeurig geschreven verslagen van het alledaagse leven in de grote steden van Europa en daarbuiten, verslagen van persoonlijke ontmoetingen en politieke veldslagen waarin maatschappelijke observaties en stilistische kracht samengaan, zonder in ideologische valkuilen te belanden. Dat betekent niet dat er in het schrijven van Nooteboom niets op het spel staat. Brugsma vergelijkt de positie van Nooteboom met die van de satiricus en geeft aan dat ‘wie satire een te gemakkelijk wapen vindt, vergeet dat het een geweer is dat bij onomzichtig gebruik heel gemakkelijk in het gezicht van de schutter afgaat. Dat is het beroepsrisico van de columnist, de woordvoerder der sprakelozen.’

Lees verder in het papieren nummer van Zemzemof op Joop.