Gepubliceerd op: maandag 26 augustus 2013

HET DEBUUT VAN WITTE RAAF tweede acte, XXVII

 

WR 27

 

 

 

 

 

 

 

 

De politie vindt geen enkel aanknopingspunt. Gestolen is er op het eerste gezicht niets. Wel een week duurt het voor ik de boel weer zo’n beetje op orde heb. Maar wat ik ook boen en poets, de oude situatie herstel ik daarmee niet. De tekens aan de wand bijvoorbeeld weigeren te wijken voor mijn schoonmaakwoede. Ook bleekmiddel en ammoniak richten niets uit. Zelfs een verfbeurt voorkomt niet dat ze naar verloop van tijd in al hun stoïcijnse onleesbaarheid doodleuk weer uit de witte vlakken komen bovendrijven. Ik dool als een paria door mijn eigen huis. De katten janken in koor en vinden geen rust. Ze blijven maar rondsnuffelen; vooral de boekenkast schijnt hun agitatie te wekken. Ook mijn neus meent daar nu een latente ongerechtigheid te registreren.

De tweede nacht verstoren bizarre dromen mijn slaap, in het donker staat de dreiging paraat. Verstikkende dekens! Met de katten in de buurt verschans ik me op de bank en wacht de dag af, om het uur de sloten inspecterend. A. kondigt aan tot nader order thuis te slapen. Getergd besluit ik tot een nieuwe, niets ontziende poetsronde. Weer haal ik mijn hele hebben en houden overhoop: boekenplanken, keukenkastjes, meubels, tot een inspectie van de vloer onder het zeil aan toe. Bij het terugplaatsen van de boeken mis ik mijn doorleefde gebonden editie van Moby-Dick; wat ik ook zoek. Wel stuit ik op een mij onbekende pocketuitgave van het boek, in een andere vertaling ook nog eens. Na de nodige aarzeling is dit exemplaar in de kast toch de plek van zijn voorganger vergund.

De dagen daarop volgend probeer ik mijn oude leventje weer op te pikken. Dat de katten hun draai lijken te hebben hervonden en zich op vertrouwde plekken te slapen leggen, sterkt me. De orde van de dag. Aan het werk. Voortvarend neem ik plaats achter mijn bureau, slijp de punten van mijn potloden, reinig mijn Shaeffer en vul het reservoir met Quink. Met zorg kies ik een respectabel werk van non-fictie uit (de eerste druk van Dijksterhuis’ Mechanisatie van het wereldbeeld) en open het bij de boekenlegger. Waar was ik gebleven. Bij niemand minder dan Isaac Newton, blijkt en ik krijg er zowaar zin in. Interessante man tenslotte. Natuurkundige én alchemist. Geboren in 1643, lees ik. Woolsthorpe-by-Colsterworth. Ik neem mijn pen ter hand, verwijder de dop en pak het uitrekselschrift erbij. Het handmatig verwerken van wat voor informatie dan ook is ideaal voor dit soort situaties; als ik eerst maar de schrijfspieren heb opgewarmd − maar ik ben nog niet met het noteren van Newtons geboortejaar begonnen of het raster van ruitjes komt los van het papier en maakt aanstalten zich als een vangnet om mijn schrijfhand te sluiten. Ik sla het schrift met geweld dicht en ontdoe me ervan; zo onbeheerst kennelijk dat ik niet alleen mijn typemachine meeneem, maar ook de rij woordenboeken, een berg knipsels en een stapel schriften en mappen; van het bureau geveegd lazert de hele mikmak met donderend geraas over de grond.

 

In arren moede pols ik Astrid of de ruil wat haar betreft nog steeds van kracht is. Wat ik gedacht had?! Ik kon haar niet blijer maken. Michiel ook niet. Nee man, geen zorgen om zo’n insluiper; die gozer van haar staat zijn mannetje zeker te weten. Of ik zijn spierballen dan nooit heb gezien?!

We schakelen onze makelaars in en doen formulieren de deur uit. Ik leen bij de Amsterdamse Gemeentelijke Kredietbank het maximale bedrag dat mij is toegestaan.

 

Medio september 1994 laad ik mijn boeltje in een bestelbus en neem de wijk naar De Baarsjes.

Over de auteur

- (1954) realiseerde een tiental toneelstukken en filmscenario’s. In 1995 verscheen bij Veen zijn debuutbundel Het slinkende papier. Later volgden de roman Passage (Veen, 2000) en een als ‘vrije oefening’ omschreven werk van autobiografische fictie, De cultus van het Lijden (De Arbeiderspers, 2006). In 2010 verscheen de roman Grand mal (De Arbeiderspers). In november 2012 verscheen bij het balanseer zijn poëzie onder de titel Schedelmoer & maatpak.