Gepubliceerd op: maandag 5 augustus 2013

HET DEBUUT VAN WITTE RAAF tweede acte XXIV

Broken wine bottle.

 

 

 

 

 

 

 

Als ik twee dagen later terugkom van de supermarkt meen ik in een zijstraat de eend te zien staan. Kan niet missen, zo geel! Ik stap af en zet de fiets tegen een lantaarnpaal. Me bukkend naar het slot hoor ik een motor starten. Het voorwiel van mijn fiets klapt weg en de tas met boodschappen glijdt van de voordrager. Glasgerinkel, er vormt zich een rode plas onder het plastic. Achter me wordt gas gegeven. De eend tikt zijn achterligger aan, bevrijdt uit zich uit zijn parkeerplaats en komt brullend mijn kant op. Net op tijd spring ik weg achter een bestelbusje. Door het raampje zie ik Teun met een verbeten trek om de mond voorbij komen, zijn haar verpakt in een tulband van verband.

 

In een brief meldt Harmen Lustig dat de redactie van Mosselvocht het verhaal De lotgevallen van een oude vos met dank aanvaardt voor het openingsnummer: ‘Poortmans spetterende verhaal en gedreven stijl pakte ons volledig in’.

 

Beate aan de telefoon. Ze is in de stad en wil me dringend spreken. Op de door mij geuite wens dit liever telefonisch af te handelen, klinkt gesnik en wordt de verbinding verbroken.

 

Met Hans bespreek ik de opzet voor een tweede Poortman verhaal. Het feuilleton lijkt ons ook hier de aangewezen vorm. Voor het verdere verloop besluiten we ons contact, daar waar het Theo Poortman aangaat, te beperken tot brieven. Hans kruipt in de huid van het aanstormende talent, ik speel de rol van bezadigde senior. Ook lijkt het ons beter dat onze protégé zich rechtstreeks en op persoonlijke titel met de buitenwereld in verbinding stelt. Daartoe pols ik mijn jongste broer Sjors, die in Amersfoort woont. Tot mijn onuitsprekelijke opluchting heeft hij er geen bezwaar tegen dat we, voor het verkrijgen van een domicilie voor Theo, gebruik maken van zijn postadres.

Over de auteur

- (1954) realiseerde een tiental toneelstukken en filmscenario’s. In 1995 verscheen bij Veen zijn debuutbundel Het slinkende papier. Later volgden de roman Passage (Veen, 2000) en een als ‘vrije oefening’ omschreven werk van autobiografische fictie, De cultus van het Lijden (De Arbeiderspers, 2006). In 2010 verscheen de roman Grand mal (De Arbeiderspers). In november 2012 verscheen bij het balanseer zijn poëzie onder de titel Schedelmoer & maatpak.