Gepubliceerd op: donderdag 23 mei 2013

Reading NYC IV: ‘Sometimes you gotta know what things don’t mean’

(Joost Baars struint de poëziepodia in New York City af. In Reading NYC doet hij verslag. Dit is deel 4.)

Unnameable Books garden

foto: Liza de Rijk

Ik keer terug naar de boekhandel Unnameable Books (wat mij betreft tot nu toe de geweldigste boekhandel waar ik ben geweest) aan de Vanderbilt Avenue, waar ik eerder In Threes van Simone Kearney kocht (waar ik overigens inmiddels wat meer in gelezen heb: aanrader hoor! En er zijn er maar 33 van…). Dit keer voor de presentatie van de nieuwe bundel van Tracey McTague, Super Natural, verschenen bij Trembling Pillow Press. De presentatie is onderdeel van de Greetings Readings, die wordt gehouden in de tuin achter de boekhandel.

Die kleine tuin is geweldig en heel erg sfeervol. Zeker als het rond negenen – als de reading begint – donker begint te worden. De plek is provisorisch maar sfeervol verlicht met een schemerlamp, een bureaulampje en een soort lichtsliert die tussen twee bomen hangt. Alles ademt doe-het-zelf. McTague heeft een koelbox vol bier, wijn en champagne meegenomen waar iedereen vrijelijk van kan nemen. De presentator draagt een hoed, kondigt zichzelf aan met een grote trommel en heeft uitgebreide, zeer lyrische en soms bijna surrealistische aankondigingen voorbereid. Het is duidelijk: dit is een reading for the people, by the people.

En die mensen zijn in groten getale toegestroomd. Logisch misschien bij een boekpresentatie, maar toch: dit is veruit de drukst bezochte reading waar ik tot nu toe geweest ben. Er lezen vier dichters: Stacy Syzmaszek, Pattie McCarthy, Anselm Berrigan en Tracey McTague.

Het is 21 mei, de geboortedag van Robert Creeley, en toevallig of niet, met name Syzmaszek en McTague doen me aan Creeley denken. Het parlando vol enjambementen van de ‘dagboekaantekeningen’ van Syzmaszek, en de syncopische syntax van McTague roepen in herinnering hoe meesterlijk Creeley daarin was. Misschien dat daarom de poëzie van deze twee een klein beetje langs me heen gaat. Of misschien ligt het aan mijn moeheid door de enorme voettocht die we overdag door de buurten Red Hook en Chelsea hadden ondernomen.

Of, bij McTague, aan haar vriendin, die bij haar voordracht demonstratief op de eerste rij gaat zitten en voortdurend de voordracht verstoort. ‘She’s going to be loud’ waarschuwt McTague al. Na een van de gedichten roept de vriendin bij wijze van compliment: ‘Ah! That sounded like porn!’ McTague: ‘Well, that’s my goal. That’s always my goal.’ Dat soort een-tweetjes – hoe geinig ook – doorbreekt voor mij af en toe de concentratie.

Wie me wel echt weet te bekoren is Anselm Berrigan. Duidelijk ‘de grote naam’ op deze reading. Veel meer parlando dan de andere dichters, mooie stem. ‘Dit gedicht draag ik op aan het modernisme’, kondigt hij een gedicht aan, dat daarna begint met de regel: ‘Go frack yourself with your urinal’.

Berrigan bespeelt het publiek meesterlijk. Af en toe lacht er iemand, maar Berrigan leest onverstoorbaar verder. Als er bij een regel helemaal niemand lacht, richt hij zich ineens tot het publiek: ‘That’s a good joke, you should laugh.’ Om meteen daarna te zeggen: ‘Dat zou eigenlijk de volgende regel moeten zijn: that’s a good joke, you should laugh’. Waarna hij de regel daadwerkelijk incorporeert in zijn gedicht. En het werkt nog ook.

Tot slot nog wat andere Berrigan-regels die ik noteerde. ‘That pen don’t have any good poems in it’, ‘Bonus is a filthy excuse for a word’ en een bruikbaar advies voor alle dichters, lezers, voordrachtstoehoorders en andere gebruikers van taal: ‘Sometimes you gotta know what things don’t mean’. Volgens mij moet ik die McTague toch nog eens goed lezen.

Over de auteur

- Joost Baars (1975) is dichter, essayist, podcaster, chapbookuitgever en boekverkoper. Zijn gedichten werden gepubliceerd in onder anderen Liegend Konijn, Blue Turns Grey en Revolver. De poëziepodcast VersSpreken (www.versspreken.nl) die hij samen met Matthijs Ponte maakt won in 2010 de nationale prijs bij de European Podcast Awards. Met Halverwege Chapbooks geeft hij op een budget van nul euro chapbooks uit. Hij schrijft over poëzie, film, cultuur en politiek voor onder meer de Poëziekrant en deRecensent.nl.