Gepubliceerd op: vrijdag 3 mei 2013

LL47: Sandrine Verstraete – WETENSCHAP IS VROUWELIJK

 

misschien
was het
voldoende
geweest
een vuist in
een mond
te steken
die holte er
helemaal rond
te laten zuigen
een blauwe
tatoeagehandschoen
als herinnering
en dan de dagen
die nog restten
proberen te
ontcijferen
wat daar
in het vel
gedrukt stond
ik wist dat dit
zou gebeuren
sommigen
noemen het
zien maar
het is weten
ik wist dingen
uit hem
gezogen
misschien
wilde ik wel
waarschuwen
maar wist
niet hoe
die klanken
te vormen
hier waren
ooit velen
ze liepen
over straten
ook hij liep
ooit ergens
en knabbelde
het glazuur
van koekjes
pastelkleurig
zoet dat gaten
in je tong
kan branden
de koekjes zelf
stak hij
in zijn zakken
tot er geen
meer bij
konden en ze
er uit vielen
overal lagen
ze verspreid
platgereden
en vertrapt
verpapt in de
regen of half
opgegeten
door een kind
hij spon
een spoor
doorheen
de stad
een suikerspinweb
hier
ooit
nu zijn alleen
de woorden
overgebleven
zij bewegen
sierlijk
maar onrustig
onder het vel
van een
rug
van een
lichaam
dat niet meer
bestaat
proberen ze
nog een vorm
te vatten
maar ze zijn
hun betekenis
verloren
hier is de
taal als een
clusterbom
uit elkaar
gevallen
hier
nu
nu
de aftiteling
over de wereld
is gerold
ik
in de rol van
ik
hij
in de rol van
hij
in hem
zaten dingen
noem het
weten
noem het
kennis
ze dropen als
zweetdruppels
uit zijn poriën
inkt microkorrels
die
in speeksel
verdwijnen
maar
universums
in zich dragen
ik heb ze
uit hem gelikt
ik heb ze
weer ingeslikt
ze verspreidden
zich
hier
in bloedbanen
en spieren
pezen
lever en
hersenmassa
ik wil ze
lospeuteren
tot mijn
lijf weer
helemaal hol
is vanbinnen
en een licht
laten schijnen
vanonder
mijn huid
misschien
lag hier ooit
het strand
het losse
zeezand
waarin
de wortels van
mijn stamboom
verankerd
zitten
strandschuimers
vissersvolk
planktonzweters
viswijven
vuurtorenwachters
ogen getaand
door de wind
zo hard
geworden
dat we
uien aten
als ontbijt
om te zien
of ze nog wel
tranen konden
de huid
gelooid
door
de zeelucht
ruw en
gekrakeleerd
lik met je tong
over onze rug
en je ziet de zee
en daaronder
stilte
de meeuwen
die al
generatielang
alle woorden
kwamen
wegpikken uit
alle lijven van
mijn familie
onwetende
leegte
waaruit
‘s nachts een
lichtbundel
scheen
wanneer we
in het water
gingen staan
tot aan
de enkels
de heupen of
de polsen
om de schepen
veilig de haven
binnen te
leiden
toen vielen
de vogels
uit de lucht
het strand
lag toegedekt
met een zwart
verenlaken
waaruit een
blauwe gloed
scheen
hun
verbrijzelde
skeletten
vermengden
zich met
het zand
maar
onverstoord
bleef
dat litteken
tussen
land en zee
bewegen
steeds verder
en verder
water
zoveel water
alsof de zee
zichzelf
kloonde in
verschillende
versies
zwart
vloeibaar
oker
groen
rode
modderstroom
door
diezelfde
straten
waar ik ooit
op zoek was
naar hem
die ergens
plaats innam
massief en
overvol
noem het
woorden
noem het
wetenschap
een blauwe
schijn over
zijn huid
een zoete geur
zou hij naar
marsepein
hebben
gesmaakt
ooit
wilde ik
die holte
onder
mijn huid
opvullen
met hem
alsof ik
mezelf kon
openritsen en
hem helemaal
omspannen
voor ik
slapen ging
scheurde ik
bladzijden
uit boeken
kneedde het
papier tot een
lichaam
naast me
in bed
volmaakte
hij-kopie
ben zijn naam
vergeten
weet alleen
nog dat die
eindigde in een
sisklank die
ik dagenlang
tussen
mijn lippen
wilde blazen
als hij
’s nachts
naast me
lag te slapen
luisterde ik
naar
het ruisen
van zijn bloed
mijn hoofd
op zijn pols
in zijn nek
zijn lies
de verhalen
die ik toen
hoorde
als ik alles
probeer te reconstrueren
nog ..n keer
de laatste keer
dan had hij
een walvis
kunnen zijn
ik zocht die
grens tussen
zee en lucht
maar zag
niks dan
huid en
olieglans
en een oog
ter grootte
van mijn
handpalm
de walvis
vergaarde snel
toeschouwers
ze schraapten
met messen
langs zijn vel
vingen
zijn
schittering in
de kom van
hun hand
ze waren
gulzig
tot op
het vlees
ik bleef in zijn
oog kijken
tot de
nacht viel
tot de zon
weer brandde
en er niemand
meer rondom
ons stond
mijn walvis
die ik
probeerde
te omhelzen
we zaten
beiden onder
de vliegen
hun lijfjes
blonken tussen
groen en paars
er kwamen
mannen
in witte
pakken met
gasmaskers op
ook zij
leken op
vliegen
met een
autokrik
openden ze de
walvismond
legden
dynamiet
onder
zijn tong
mijn walvis
ontbindend
het
opgedroogde
bloed had ons
in korsten aan
elkaar geplakt
ze scheurden
mij los
een stofwolk
vlees
zand
geronnen
bloed
stukjes walvis
mijn walvis in
mijn haar
ik keek
naar boven
stukjes in
de lucht
onrust proeft
als ijzer op
mijn tong
van hieraf
loopt het mis
van hieraf
enkel stop
stop alle
dagen in
je mond
kauw en
slik door
als ik alles
probeer te reconstrueren
nog ..n keer de
allerlaatste
keer
eindigde het
met die avond
ik wachtte op
de donkerte
er reden
auto’s voorbij
hun schijnsel
wit rood
wit rood
iemand kwam
naast me zitten
rook zoet
hij was het
we wandelden
tot bij een
oud gebouw
klommen
naar de vijfde
verdieping
in de keuken
een witte muur
ertegen
messen en
koperen pannen
in alle
mogelijke
maten
een
kruidenrekje
en een gasvuur
hij deed olie
in een pan
schroeide een
stuk vlees
dicht
deed er
appeltjes bij
rode wijn
en kaneel
de geuren
kriebelden mijn
neus tot ik
niesde
we aten staand
aan het
fornuis
met onze
handen in
de pan
graaiend
sap liep langs
zijn pink
over zijn
pols zijn
witkatoenen
hemdsmouw in
hij sloot
zijn ogen
we zwegen
ik hoorde
woorden
ruisen in zijn
binnenste
dat weten
ik nam
de pan
hoorde
de schedel
kraken
ik deed zijn
kleren uit
nieuwsgierig
zijn melkwitte
huid
waar de aders
dik oplagen
woorden
onder zijn vel
ik likte met
mijn vingers
peuterde met
mijn tong
zoog op met
alle poriën
niks mocht
verloren gaan
dingen
woorden
dagen
die aftellen
tot hij leeg
gelezen was
niemand zou
ooit geloofd
hebben
wat daar
geschreven
stond

 

___

Sandrine Verstraete

Sandrine Verstraete (°1986) debuteerde onlangs bij het balanseer met de dichtbundel r mp. Ze studeerde Multimediale Vormgeving aan het KASK. In haar werk combineert ze tekst, performance, installatie en geluid. De performance Manifold was te zien in Campo, Croxhapox, Rataplan en KC Belgie. Hive, een installatie-performance speelde in Campo, Rataplan en LOD. Beide werken maken gebruik van teksten uit de bundel r mp (het balanseer, 2013). Verder gaat ze vaak de dialoog aan met muzikanten, veelal uit de improvisatiemuziek: met Gino Coomans (cellist bij Sheldon Siegel) in het Werkhuys, met Erik Heestermans (drummer Sheldon Siegel) tijdens het Villanovafestival en met drummers Kris Vanderstraeten en Ivo Machiels in Netwerk.

Over de auteur

- Rozalie Hirs is redacteur van de LL-serie (Lage Landen-serie) en Vertaallab op Ooteoote. Daarnaast is zij dichter van boeken en digitale media. Zie ook www.rozaliehirs.nl.