Gepubliceerd op: woensdag 20 maart 2013
Nieuws | Door Perdu

In memoriam Joris van Groningen

‘Mijn leven?!: is geen continuüm! (niet alleen door dag en nacht in witte en zwarte stukken gebroken! Want ook overdag is mijn ik die naar het station gaat een andere dan degene die in kantoor zit; in boeken snuffelt; stijf door bosjes loopt; paart; kletst; schrijft; duizenddenker; uiteenvallende vakjes; die rent; rookt; kakt; radioluistert; ‘Herr Landrat’ zegt: that’s me!): een plateau vol glinsterende snapshots.’

(Arno Schmidt, Uit het leven van een faun. Vertaald door Jan H. Mysjkin.)

De bovenstaande tekst koos Joris uit om op de achterkant van een uitgave van Arno Schmidt te plaatsen. Dat zijn eigen leven evenmin een continuüm was, mag blijken uit de vele brieven die ik van hem mocht lezen bij het inventariseren van het archief van Perdu. Ik heb intens genoten van die brieven die Joris schreef in zijn hoedanigheid van uitgever. Zo’n acht jaar lang was hij uitgever bij Perdu, een aantal jaren zat hij daarnaast nog in het bestuur. In de tijd dat hij uitgever was, is er dankzij zijn onstuitbare werkdrift en enthousiasme een eerbiedwaardig aantal bundels en vertalingen verschenen, maar zijn meest opmerkelijke prestatie is wel de uitgave van de vertaling van Nobodaddy’s Kinder, een trilogie van de Duitse schrijver Arno Schmidt. Onvermoeibaar en met zwier schreef Joris alle mogelijke fondsen en instituties aan, in binnen- en buitenland, om geld te krijgen voor de vertaling en de uitgave van die boeken die hij zelf zo prachtig vond. In voorbeeldig Duits schreef hij brieven naar Inter Nationes voor vergoedingen voor de vertaler, naar de Arno Schmidt-Stiftung voor een subsidie voor productiekosten, naar Fischer Verlag voor de rechten van Schmidt. Brieven met informatie over het armlastige door idealisme gedreven Perdu dat zich geen hoge kosten kon veroorloven, brieven die misverstanden uit de weg moesten ruimen, dankbare brieven met kopieën van verschenen recensies, brieven met nogmaals het gironummer van Perdu, verpakt in een charmant tekstje als het beloofde geld uitbleef.

Het meest roerend vond ik de briefwisseling van Joris met Jan Mysjkin, de vertaler van de trilogie van Arno Schmidt. Zij deelden hun bewondering voor het werk van Schmidt en konden het samen wonderwel vinden. Als Joris in september 1996 een weekend naar Jan Mysjkin in Parijs gaat om met hem de vertaling van Uit het leven van een faun door te nemen, schrijft hij dat hij zondagavond weer terug moet zijn voor zijn afwasbaantje in een restaurant. In een latere brief meldt hij Mysjkin dat zijn leven is ontwricht omdat het restaurant waar hij met afwassen zijn geld verdiende hem niet meer nodig heeft. In juni 1997 schrijft Joris aan Mysjkin dat hij nu drie weken een baan heeft op een ‘suf kantoor’ maar dat hij druk is met de uitgave van Mariengof en met De fantastische Machine, een verzameling teksten van Franse schrijvers over machines. In mei 1998 meldt hij dat hij berichten aan boekhandels in België gaat sturen om de verkoop van het tweede deel van Schmidt te bevorderen. Tot zijn teleurstelling zijn er nog geen recensies verschenen in België. ‘Ik ga maar weer eens aan de telefoon hangen’, verzucht hij. En: ‘Twee banen, het is wat veel van het goede’. Naast de baantjes om aan geld te komen, werkt hij bijna dag en nacht voor Perdu. Dat is slopend maar de liefde voor een bepaald soort literatuur en de wil die onder de aandacht van Nederlandse lezers te brengen, en niet in de laatste plaats zijn humor, houden hem op de been. Kenmerkend is zijn opmerking in een briefje aan Mysjkin bij de drukproeven van Brand’s Heide dat hij nog steeds geniet van de tekst, ook na hem zeven keer gelezen te hebben.

In het archief vond ik een brief van Joris uit 1995 waaruit zijn humor blijkt. Joris werkte nog niet lang bij Perdu. Zijn brief is gericht aan een dame die Perdu een manuscript had toegestuurd in het Spaans. De schrijfster wilde graag dat Perdu het manuscript zou laten vertalen en uitgeven. Joris, die kennelijk al vaker met dezelfde vraag door deze dame was benaderd, antwoordde op zijn beminnelijke manier, een afwijzing verzachtend met een complimentje: ‘Since no one here is able to read Spanish, we simply cannot judge the content of your novel, though I must say that I find its title most intriguing. But still I wonder why you are so persistent in wanting to have your novel translated… Would it not be much more simple and logical to have it published in the original language – and then see what happens?’

Ik leerde Joris kennen in 2000 toen hij, vermoeid door alle vergeefse pogingen voldoende geld binnen te halen, maar met een onverminderde liefde voor bijzondere literatuur, manieren ging verzinnen om een bestseller op de markt te brengen. Perdu was van plan het boek Sur le fleuve Amour van de non-conformistische Franse schrijver Joseph Delteil in vertaling uit te geven en Joris vond dat dit boek dan Op de stroom van liefde moest gaan heten: dan zou je eens zien hoe de boekwinkels zouden toehappen. Dat Amour de naam van een Russische rivier was en je dus vraagtekens bij die vertaling van de titel kon zetten, deed er niet meer toe. Hij was het beu eindeloos boekhandels te moeten bellen zonder noemenswaardig resultaat. Het boek is er nooit gekomen want Joris moest zelf geld verdienen en kon dat niet meer combineren met het veeleisende onbetaalde werk voor de uitgeverij. Hij niet en ook zijn opvolgers niet. Een langdurige en volkomen toegewijde inzet zoals die van Joris bleek niet meer te passen in de veranderde tijd. Zo betekende het vertrek van Joris het voorlopige einde van een glansrijke periode van uitgeverij Perdu.

Met zijn heengaan dringt eens te meer tot ons door hoe belangrijk Joris voor Perdu is geweest. We verliezen met Joris een van de meest kleurrijke, bekwame, begeesterde, hartelijke, humoristische en volhardende medewerkers. En een hartverwarmende vriend. Maar hij laat ‘een plateau vol glinsterende snapshots’ na. Daar mogen we hem heel dankbaar voor zijn.

Renée de Rijk

Over de auteur

-

Displaying 4 Comments
Have Your Say
  1. Dank voor dit mooie gedenkstuk!

  2. wilbert cornelissen zegt:

    Mooi portret, dank, ik heb die delen van de atopieëen-reeks uit de kast gehaald. In Uit het leven van een faun trof ik een brief aan, van Joris.

  3. Dick Broer zegt:

    Dank Renée voor deze mooie herinnering aan Joris. Fijn dat je nog wat foto’s van hem hebt. Het zou geweldig zijn als we ook zijn stem uit een of ander archief zouden kunnen opgraven, al is het maar een zinnetje.

  4. Renée de Rijk zegt:

    De foto’s zijn ons toegestuurd door Sascha van der Aa, Dick, die ook bij Perdu heeft gewerkt in de tijd van Joris.
    Zij gaat ons ook helpen met het digitaliseren van het audio-archief. Wie weet komt de stem van Joris nog te voorschijn.