Wij houden van u
… en u ook steeds meer van ons. Tenminste, als we de stijgende bezoekersaantallen even als graadmeter mogen nemen. Als de huidige trend zich voortzet bereiken we straks meer dan 30.000 unieke bezoekers per maand. Dat is natuurlijk geen doel op zich (kwantiteit staat niet gelijk aan kwaliteit), maar toch, het is alleszins een prettige gedachte voor een site, die iets langer dan een jaar bestaat.
In Onttachtiging. Essays over eigentijdse poëzie en poëziekritiek (2003) stelt Jos Joosten: ‘Wat geschreven is, bestaat pas het als gelezen wordt. En naarmate het meer gelezen wordt, bestaat het meer.’ En daarmee loopt er misschien een stippellijntje tussen Liefde en Zijn, zoals hier door Jacques Derrida wordt opgemerkt.
Dat is geen monogame liefde. Net als bijvoorbeeld Manu Chao kunt u in één beweging zowel ons de liefde verklaren als de lekkere buurvrouw bezingen. In een eerder bericht schreef ik over de Franse socioloog Pierre Bourdieu, die met zijn veldtheorie de zogenaamd autonome, belangeloze kunst ontmythologiseerde als een al dan niet bewust machtsspelletje, waarbij het er soms hard tegen onzacht aan kan toegaan. Alle actoren in het literaire veld dingen naar de liefde en aandacht van de lezer (in de breedste zin van het woord), die zich laat kennen als een overspelig wezen. Voor hem is bijvoorbeeld Ooteoote niet de ‘enige ware’, maar een van de vele Valentijntjes die hij frequenteert.
Waar al dat vreemdgaan in het waarheidsdomein van de liefde nogal eens voor huilbuien zorgt (zeker voor de bedrogene), levert dat in de literatuur vooral voordeel op. Niet alleen voor lezers, maar ook voor schrijvers, die al evenmin exclusief voor één kanaal kiezen, maar in toenemende mate, zeg, eclectisch opereren. Zo kunnen hier begonnen debatten elders worden hernomen, aangevuld, genuanceerd – en andersom. Daardoor vindt er een (hier volgt een lelijk woord) vruchtbare kruisbestuiving en levendige uitwisseling van ideeën plaats, die de literatuur tout court alleen maar ten goede kan komen.
Dat alles klinkt een beetje weeïg en pacifistisch, maar vandaag, op Valentijnsdag, moet dat mogen. Laat ik besluiten met een gedicht van Mark Boog, die in De encyclopedie van de grote woorden (2005) niet terugdeinst voor platitudes en grote woorden:
De lucht ligt als een blok op het land,
onzichtbaar en massief.Je gaat gekleed in de kleur van je haar,
in je ogen, je passen en je woorden.
Je bent hier en elders. Ik draag je me naen huiver. Je bent te groot misschien,
of te dichtbij. Je onbereikbaarheid
is onvergeeflijk. Kon ik een vogel zijn –maar de nauwkeurigheid ontbreekt me
zoals het vertrouwen. Ik kijk naar jeen huiver. Spreek me aan, want ik zwijg,
verdraag mijn wurggreep, verdraag
de onbeholpenheid, verdraag mij, liefde.