Het hing al een tijdje in de lucht, maar het doek lijkt nu echt te vallen voor het Institut Néerlandais in Parijs. Het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Fondation Custodia maakten gisteren bekend dat Nederlands grootste culturele instelling in het buitenland eind dit jaar de deuren sluit.

Ongetwijfeld tot opluchting van de hardwerkende belastingbetaler zet het ministerie van Buitenlandse Zaken de jaarlijkse subsidie van 1.9 miljoen euro stop. Daarmee verdwijnt de enige structurele financieringsbron van het culturele centrum dat in 1957 werd opgericht door kunstverzamelaar Frits Lugt. Minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken liet vorig jaar nog weten dat het Institut Néerlandais wat hem betreft open kan blijven (al vond hij de huur van het monumentale pand aan de Rue de Lille aan de hoge kant), maar is nu definitief gedraaid. De portier in het artikel van Erik Lindner heeft dus gelijk gekregen.

Een deel van de taken van het Institut wordt straks overgenomen door een kleine culturele afdeling van de ambassade, die de Nederlandse culturele sector onder de aandacht moet brengen van het Franse publiek. De Raad voor Cultuur zal een advies uitbrengen over de invulling van die culturele activiteiten en de hoogte van de subsidie. Inderdaad, dat is dezelfde club die Halbe Zijlstra’s monsterlijke bezuinigingen op kunst en cultuur legitimeerde.

Terwijl ik dit stukje type trekt aan mijn huis een carnavalsstoet voorbij. Uit de speakers van een van de praalwagens schalt een discoversie van ‘De kat van Ome Willem’. Door het verdwijnen van het Institut Néerlandais zal een volgend bezoekje aan Parijs de kat beslist minder vrolijk stemmen. Bij het zien van dit staaltje Hollandse zuinigheid zal het beest waarschijnlijk ‘Incroyable!’ miauwen.