Waar is dat feestje?
De Russische Bibliotheek bestaat zestig jaar, en natuurlijk laat Uitgeverij Van Oorschot dat niet onopgemerkt voorbijgaan. Lezers kunnen zich verheugen op prijsacties en bijzondere nieuwe uitgaven, aldus Boekblad. Zo komt volgende maand het complete toneelwerk van Anton Tsjechov uit. Een unicum in ons taalgebied.
Het eerste deel uit deze reeks verscheen in 1953, en inmiddels geldt de Russische Bibliotheek als een instituut (vergelijkbaar met de fameuze Franse Pléiade-reeks) dat vijftig delen telt van samen ruim 30.000 bladzijden. Behalve evergreens van Tolstoj, Poesjkin en Gogol bevat de Russische Bibliotheek werk van twintigste-eeuwse auteurs, zoals Achmatova Boelgakov, Boenin, Majakovski en Tsvetajeva.
Uitgever Wouter van Oorschot legt aan Boekblad uit waarom de reeks na zestig jaar nog steeds bestaansrecht heeft:
Zolang er gelezen wordt, zal er aandacht zijn voor de klassieke Russische auteurs. Zij hebben de menselijke soort zó diep gepeild dat hun werken zich als het ware hebben “losgezongen” van de tijd waarin zij ontstonden en het land van oorsprong – dat raakt een snaar bij lezers. In Russische literatuur zit “iets” herkenbaars, dwars door alle exotische details heen, waardoor lezers de spreekwoordelijke schok der herkenning ervaren: Dit gaat waarachtig ook over mij!
Of dat nog een beetje verkoopt? Van Oorschot:
Ha! Dat zal sommige misschien verrassen maar waarachtig: jazeker! U mag mij daarover eind januari 2014 terugbellen en dan zal ik naar eer en geweten antwoorden of wij onze “targets” hebben gehaald.