Gepubliceerd op: dinsdag 12 februari 2013

The Empire of Neomemory

Charles Olson (1910-1970) schreef met The Maximus Poems een groot en groots dichtwerk dat geldt als een hoogtepunt in de vroege Amerikaanse postmoderne literatuur. Dat is een suffe wasmiddelenreclamezin, ik weet het, maar die superlatieven lijken me nu eens volkomen terecht.

Kenners vergelijken dit boek, dat meer dan driehonderd gedichten telt en waaraan Olson zo’n twintig jaar werkte, met meesterwerken als The Cantos van Ezra Pound, Paterson van William Carlos Williams en “A” van Louis Zukofsky. En de kenners hebben gelijk (het zijn niet voor niets kenners, natuurlijk.)

Toen ik The Maximus Poems voor het eerst las (in de editie van George F. Butterick uit 1983) was ik meteen overweldigd door de weidsheid van deze poëzie. Het brede scala aan onderwerpen, de innovatieve structuur, de experimenten met vorm en typografie, de even rijke als gevarieerde schrijfstijl… Het maakte destijds een diepe indruk op me, en die bewondering is met de jaren alleen maar gestegen. Inderdaad: herlezen is vaak niet minder verrijkend dan lezen.

Waar het gedicht over gaat? Olsons noemt het zelf ‘a poem of a person and a place’. Dat klinkt behoorlijk vaag, maar meer hoeft de lezer eigenlijk niet te weten. De hoofdfiguur is Maximus (het alter ego van Olson), en het gedicht (dat trouwens uit drie delen bestaat) speelt zich af in en rondom Gloucester, Massachusetts. Laat ik het woord aan Olson geven, die ook nog eens fantastisch kon voordragen.

Waarom begin ik hierover? Welnu, onlangs kwam The Empire of Neomemory uit, een studie van Heriberto Yépezs, waarin Olson een belangrijke rol speelt. Zo schrijft Yépez onder meer over de tijd die Olson in 1951 doorbracht in Mexico. Hij verbleef er slechts vijf maanden, maar volgens Yépez is die korte periode van wezenlijk belang geweest voor zijn poëzie. Tegelijkertijd overstijgt dit boek het leven en werk van Olson. De inzet van Yépez is hoger:

Olson is part of the American dream, the dream of expansionism in all its variants. It is with the purpose of understanding this empire that I have written this book. Olson in and of himself does not interest me; I am interested in his character as a microanalogy for decoding the psychopoetics of Empire. Philosophy tries to comprehend reality through a discussion of abstract concepts produced by floating masculine heads (decapitalisms); in contrast, what I want to understand is the present via concrete bodies, historical microanalysis via the hunt for biosymbols. Using the text, I want to see through it to glimpse the substructure and the superstructure.

Uiteraard heb ik het boek inmiddels besteld.

Over de auteur

- (1978) is dichter, hoofdredacteur van Parmentier en lid van de redactieraad van DW B. Daarnaast is hij medeoprichter en redacteur van het platform voor literaire kritiek De Reactor, het literair weblog Ooteoote en uitgever bij Perdu.