Gepubliceerd op: vrijdag 15 februari 2013

Ooghoeklezen

 

Soms denk ik: wij zijn de eerste generatie sinds lange tijd die de mogelijkheid heeft om optimistisch te worden, en niet de verplichting of het verbod om optimistisch te zijn. Dat vind ik een prettige gedachte. Het is een idee dat ik ondanks alle economische en ecologische narigheid (om maar eens twee doemdossiers te noemen) graag staande wil houden. De deur moet op een kier blijven staan, zodat het streepje licht in overweging kan worden genomen.

Dat streepje licht vind je ook terug in de poëzie van Mark Boog; een dichter die ik sinds zijn debuut Alsof er iets gebeurt (2000) ben blijven volgen. Uit zijn werk spreekt een opgewekt soort dysforie. De dichter lijkt weinig illusies te koesteren, maar hij gaat zijn wanhoop te lijf met humorvolle distantie, die hij uitdrukt in een beeldende, bij vlagen archaïsche taal (dat laatste is misschien een maniërisme, maar wel eentje die werkt).

Hij weigert zich neer te leggen bij het ‘einde’, de ‘leegte’ of het ‘niets’ – termen die nogal eens vallen in deze poëzie –, maar creëert vluchtlijnen, ontsnappingsroutes. Die leiden misschien nergens naar toe, mogelijk voeren ze ons juist naar nog groter onheil, maar ze bieden in poeticis ten minste een alternatief. Neem bijvoorbeeld het korte gedicht ‘De vernielzucht’, opgenomen in Er moet sprake zijn van een misverstand (2010):

Uit protest tegen bestaan,
besta ik. Ik leg het uit: ik ben.

De vernielzucht doet me hoge torens bouwen.
Ik zie ze buigen in de wind.

Ook in veel andere gedichten waagt Boog zich aan zo’n precaire evenwichtsoefening tussen machteloosheid en levensdrift, waarbij hij nu eens naar de ene kant overhelt en dan weer naar de andere. Net zoals de hoge torens, die buigen in de wind.

Wellicht kan de Zinloosheid Van Alles ook worden bestreden door ‘ooghoeklezen’, waarvoor Boog op zijn website een warm (en aanstekelijk) pleidooi houdt. Het zingen van een liedje wil soms ook helpen. Boog: ‘Wie zich de wanhopigste blik weet aan te meten, / verdient het recht om af te wachten.  / Wie afwacht, heeft de ernstige plicht te luisteren.’

Over de auteur

- (1978) is dichter, hoofdredacteur van Parmentier en lid van de redactieraad van DW B. Daarnaast is hij medeoprichter en redacteur van het platform voor literaire kritiek De Reactor, het literair weblog Ooteoote en uitgever bij Perdu.