De raadsels van Jan Elburg
Op De open ruimte publiceerde Rutger Cornets de Groot in het kader van de ‘blogbiografie’ van zijn vader Rudy Cornets de Groot De raadsels van Jan Elburg (II). Hierin tekent hij de voormalige frontsoldaat, verzetsstrijder, Cobra-kunstenaar en Vijftiger Elburg, met Kouwenaar en Lucebert ooit lid van de ‘cel Majakovski’, als een communistisch georiënteerd dichter die met zijn poëzie de maatschappelijke werkelijkheid daadwerkelijk wilde beïnvloeden.
Hoe duister ook, [Elburgs] gedichten zijn – anders dan Vinkenoog in Atonaal voor de Vijftigers als groep had beweerd – in principe wel degelijk ‘voor uitleg vatbaar’ en allerminst hermetisch. Zijn idealisme staat dat niet toe; zijn marxisme, dat de geschiedenis van de samenleving verklaarbaar en de noden van mensen oplosbaar acht evenmin. ‘Gedichten zijn kleine taalmachientjes’ zegt hij, wat op zijn minst betekent dat zijn raadsels iets hebben te produceren. Elburgs sleutel ligt niet in de kast maar steekt al in zijn gedicht; het heeft alleen een lezer nodig die er een slag aan geeft om het mechaniek, die historisch-deterministische schakel tussen raadsel en oplossing, in werking te stellen.
Zie hier voor een stuk over Joris Note over deze vergeten Vijftiger.