Gepubliceerd op: dinsdag 22 januari 2013

See you in court?

Inmiddels heeft advocaat Hans Bousie zich ook gemengd in het slepende geschil tussen Hans Vervoort en Quintalle Nix. Wij berichtten eerder hier en hier al over deze zaak. In een opinieartikel op Boekblad stelt Bousie, die gespecialiseerd is in distributie- en agentuurovereenkomsten, het volgende:

Er is een groot belang om auteursrechthebbenden te beschermen en er is een even groot belang (evident in het digitale tijdperk) om het vrij verkeer van informatie mogelijk te laten zijn en blijven. Dus mijn inschatting zou zijn (en omdat het recht geen exacte wetenschap is, kletsen zoveel mensen er zonder verstand van zaken lekker over mee) dat een rechter het gebruik van een foto van de schrijver bij een recensie, mits met vermelding van de naam van de fotograaf, gewoon zou toestaan als een uitzondering op het auteursrecht. Het citaatrecht is niet voor niets uitgevonden.

Nix (of haar juridisch adviseur) gelooft niet dat een beroep op het citaatrecht in rechte zal slagen. In een vandaag uitgebracht persbericht legt ze uit waarom haar foto’s volgens haar wel degelijk onder het auteursrecht vallen, en daardoor niet zomaar verveelvoudigd en openbaar gemaakt mogen worden. Ze sluit af met een ferme oproep aan het adres van de websitebeheerder:

Ik doe hierbij een publieke oproep aan de heer Vervoort om de discussie dan wel te sluiten dan wel voort te zetten op de plaats waar dat hoort: namelijk voor de rechter. De heer Bousie wil hem daar vast wel in bijstaan.

We moeten het gerechtelijk apparaat natuurlijk niet nodeloos belasten (de productie-eisen zijn al zo zwaar), maar misschien is het geen slecht idee wanneer de rechter zich eens over deze kwestie buigt. Al was het maar om de vele misverstanden rondom het citaat- en auteursrecht en ‘fair use’  weg te nemen. Zelfs de experts zijn het niet met elkaar eens. Het is evenwel de vraag of een gang naar de rechter nog tot de (reële) mogelijkheden behoort: Vervoort heeft Nix immers reeds betaald voor haar vier foto’s (waarvan het formaat overigens ook al bediscussieerd wordt). Wordt ongetwijfeld vervolgd…

Over de auteur

- (1978) is dichter, hoofdredacteur van Parmentier en lid van de redactieraad van DW B. Daarnaast is hij medeoprichter en redacteur van het platform voor literaire kritiek De Reactor, het literair weblog Ooteoote en uitgever bij Perdu.

Displaying 2 Comments
Have Your Say
  1. Albert Jan Swart zegt:

    €200 per foto van 3,5 bij 5 cm… Overtrokken reactie. Als het nou grote foto’s waren geweest… Daar komt nog bij dat die site waarschijnlijk weinig bezoekers trekt. €800,- is dus een veel te hoog bedrag. Terecht dus dat Vervoort er een column over tikt.

    Dreigen met juridische stappen is natuurlijk pure bluf. De zaak weegt absoluut niet op tegen de kosten van een proces.

  2. Marco Vervoort zegt:

    Vanzelfsprekend heb ik in het conflict tussen mijn vader en Quintalle Nix alles met aandacht gevolgd. Quintalle Nix heeft in haar laatste persbericht aangegeven dat het juridisch en moreel in het algemeen irrelevant zou zijn of foto’s gemaakt zijn in opdracht. Ik vind het jammer dat Hans Bousie daar niet in zijn eigen artikel op in is gegaan, want volgens mij is dit onjuist.

    Mijn eigen naspeuren suggereert dat juridisch gezien, voor gebruik van een portretfoto het voldoende is om toestemming te krijgen van de geportretteerde (*1), mits de foto in opdracht was gemaakt (*2) en je de naam van de maker vermeldt. De wet noemt publicatie in nieuwsblad en tijdschrift, maar een beslissing van de Hoge Raad impliceert dat dat niet moet worden gelezen als een strikte beperking (*3).

    Moreel gezien vind ik dit ook correct. Bij boeken of kunstfoto’s wordt auteursrecht moreel gerechtvaardigd doordat de arbeid die de maker erin steekt gecompenseerd moet worden door de verkoop van meerdere exemplaren: de verkoop van een enkel exemplaar van een boek of kunstfoto is niet voldoende om van rond te komen. Maar bij foto’s gemaakt in opdracht, wordt voor de opdracht veel meer betaald dan voor een enkel exemplaar van een boek of kunstfoto, juist met als doel dat de maker in 1 keer voldoende gecompenseerd is voor de uitgevoerde arbeid.

    Helemaal onjuist vind ik dan het fenomeen dat bij een in opdracht gemaakte foto, het voor het eerdergenoemde doel verhoogde bedrag dan wordt gezien als de intrinsieke waarde van de foto, waarna makers dit ook proberen in rekening te brengen voor elk geval van hergebruik. Dat voelt aan als hetzij ‘missing the point’, hetzij ‘trying to have your cake and eat it too’.

    In mijn persoonlijke visie zou een webmaster met integriteit overigens wel, uit respect voor de maker, die op de hoogte moeten stellen van gebruik van de foto, en op verzoek de foto moeten verwijderen.

    Dit alles heeft natuurlijk niet direct betrekking op de door mijn vader geplaatste foto’s (omdat hij, zoals hij zelf heeft toegegeven, naïef en nalatig is geweest in het niet achterhalen van de identiteit van de maker of plaatsen van bronvermelding), maar in de context van de maatschappelijke discussie die daardoor is gaan lopen leek mij dit wel relevant.

    (*1) Auteurswet artikel 19 lid 3, “Ten aanzien van een fotografisch portret wordt mede niet als inbreuk op het auteursrecht beschouwd het openbaar maken daarvan in een nieuwsblad of tijdschrift door of met toestemming van [den geportretteerde], mits daarbij de naam des makers, voor zoover deze op of bij het portret is aangeduid, vermeld wordt”.

    (*2) Auteurswet artikel 19 lid 4, “Dit artikel is slechts van toepassing ten aanzien van portretten, welke vervaardigd zijn ingevolge eene opdracht, door of vanwege de geportretteerde personen, of te hunnen behoeve aan den maker gegeven”.

    (*3) De Hoge Raad besliste in Dior v Evora 1995 (rov 3.6.2) dat het wettelijke stelsel niet limitatief is, en niet uitsluit dat ook in andere gevallen door een belangenafweging de grensen van het auteursrecht “nader moeten worden gepaald, in het bijzonder wanneer de behoefte aan een dergelijke begrenzing door de wetgever niet is onderkend en zij past in het stelsel van de wet”.