Gepubliceerd op: maandag 21 januari 2013

HET DEBUUT VAN EEN WITTE RAAF XXII

 

(voor de delen I t/m XXI klikt u hier)

 

 

In mijn beduimelde Van Dale (de tweedelige negende druk uit 1970) tref ik de afkorting bde niet aan. Het gaat van bc (basso continuo) via bcD (bono cum Deo) naar bd (buiten dienst).

Vrijdag de dertiende weet ik zeven Cultureel Supplementen in de wacht te slepen. Ze stellen me in staat om elk artikel minstens één keer uit te knippen. Het kan niet anders of de aanwijzing heeft betrekking op de recensie waarin het nieuwste boek van de Vlaamse auteur Guido van Heulendonk tegen het licht wordt gehouden: De vooravond, uitgegeven bij De Arbeiderspers. ƒ 34,90. Titel van het stuk: ‘Liever een Dali dan een zoon’, ondertitel: ‘schrijnende roman van Guido van Heulendonk. Een lovende bespreking, geschreven door Elsbeth Etty. De afkorting bde komt voor in de eerste kolom en blijkt te staan voor een Bijna Dood Ervaring.

Meteen ‘s zaterdags pak ik de fiets en peddel naar Athenaeum. Het boek ligt op een stapeltje op de tafel tegenover de kassa. Als ik het bovenste exemplaar beet neem slaat er een stroomstoot door arm en bovenlijf. Of er twee-twintig op staat! Ik schakel een verkoper in. Hij fronst, maar geeft geen krimp. Ik laat het als cadeau inpakken en schrijf een betaalkaart uit. Plastic tasje, ja graag! Bij het Nieuwscenter koop ik de krant, een dikke zaterdageditie die ik om het boek heen vouw; met het pakket onder mijn oksel ga ik op zoek naar mijn fiets.

Thuis zet ik koffie, lees de krant. Tegen elven slenter ik onverschillig langs mijn bureau. Het ligt er nog, ingepakt en wel. Zilverkleurig cadeaupapier. Sticker. Ik was af. Maak de kattenbak schoon. Stofzuig. Dweil. Schuur de natte cel van onder tot boven. Haal de lakens af en lever mijn volle wastas bij de wasserette in. Half een. De zon schijnt via zes ramen onverbiddelijk naar binnen en geeft het zinderende zilver een onaantastbaar allure.

Het lospeuteren van de drie plakbandjes kost me een week. Het open klappen van de flappen neemt drie dagen. Een maand later heb ik het voorplat blootgelegd. Daarop is een vroege Dalí afgebeeld. Meisje aan open raam. Op de rug gezien. Met haar ellebogen op de vensterbank geleund. Grijsblauw twinsetje van waterdunne stof. Eén recht been, het andere geknikt. Halflang slangenhaar taps uitlopend over haar rechter schouder, laat niet meer dan een driehoekje wang vrij. Baby-vette kaaklijn. Een zeer jonge deerne. Vijftien, zestien hooguit. Aandoenlijk, maar ook sexy mollig. De heup waar ze op leunt steekt uit. Vangt een scheut zonlicht. Schemert daar nou meisjeshuid door de dunne stof? Staat me daar een partij bevallig te wezen! Dromerig en in zichzelf gekeerd turend over het water; een vergezicht van kust, zand, rotsen, zeilbootje en beboste heuvelen.

Met behulp van een schuimspaan lukt het de paperback te keren. Nu stelt het achterplat zich voor me open. Auteursfoto. Een ernstige Van Heulendonk blikt naar een punt beneden links van mij. Getrimd baardje. Ray Ban. Volle kop met haar. Een flaptekst in trefwoorden. 8 april 1991. bde. Dominiek Versteeg. Headhunter. Fatale ontwikkelingen. Levenslot. Salvador Dalí. Gedreven, haast bezwerende stijl. Heftige tragiek. Scherpe en macabere humor.

Er wordt melding gemaakt van eerder werk. Ik spoed mij naar de bieb. In de catalogus alleen: Hoogtevrees (WNU). WNU??? Baliemedewerkster (nurks): ‘betekent Wordt Niet Uitgeleend.’ Logboek van een Narrenschip is afgeschreven en De echo van de raaf heeft de status ‘uitgeleend’. Op naar De Slegte. De afdeling tweedehands door gevlooid: nop. nul komma nakkes. De fondsrestanten dan… Verdomd. Eén Echo, maar helaas wel het laatste, zogenaamde inzage-exemplaar. Caissière (dodelijk vermoeid): ‘Nee, meneer dat verkopen we niet.’ Er staat een hoog keffend kuitenbijtertje in mij op en na enig bellen, napluizen en ander nodeloos ingewikkeld gedoe door een hoger verantwoordelijke, verwerf ik het; stuk gebladerd en wel.

De pocket, beduimeld van het raadplegen, ligt pasklaar in mijn handpalm. Onder de pannen met acht sublieme verhalen. Een kleine week onuitsprekelijk leesgeluk en noest codekraken.

 

1. ‘Merde’ en broem start motorfiets Maud.

2. De blinde ambitie naar het pluche van een sollicitant gaat over lijken.

3. Edgar Allen Magritte blaast lijk in de kast het eeuwige leven in.

1. Welke courante viervoeter completeert de tien, maar verdraagt geen tv?

2. Lene + Harry = getintel in oorschelp; Harry – Harry = strontium-90, bèta-straler.

3. Een hoorndrager verdraagt slechts Zwitsers klokkenspel.

4. Oerknal pot plot op.

5. Hoeveel Appleblos en Flauwe Bèèèèèrs verdraagt Emily eer de gebonden editie haar Charbovari naar de raven helpt?

Over de auteur

- (1954) realiseerde een tiental toneelstukken en filmscenario’s. In 1995 verscheen bij Veen zijn debuutbundel Het slinkende papier. Later volgden de roman Passage (Veen, 2000) en een als ‘vrije oefening’ omschreven werk van autobiografische fictie, De cultus van het Lijden (De Arbeiderspers, 2006). In 2010 verscheen de roman Grand mal (De Arbeiderspers). In november 2012 verscheen bij het balanseer zijn poëzie onder de titel Schedelmoer & maatpak.