Gepubliceerd op: dinsdag 29 januari 2013
Nieuws | Door Vooys

‘Eeuw van het verval’ – Vooys interviewt Vic van de Reijt

2012 was een feestjaar voor Vic van de Reijt: hij was dat jaar vijfentwintig jaar uitgever bij jubilerende uitgeverij Nijgh & Van Ditmar. Hoewel Van de Reijt die functie in 2013 voor senior editor gaat verruilen, heeft hij in de afgelopen kwart eeuw een flinke stempel op het fonds van de 175-jarige uitgeverij gedrukt: de Indische damesliteratuur werd de deur uit gedaan ten gunste van moderne literatuur, kleinkunst en muziek kregen een belangrijk aandeel en er kwam meer ruimte voor non-fictie. Naast zijn werk als uitgever stelde Van de Reijt als liefhebber van het lied talloze cd’s samen, zoals Ik voel mij als een kerstboom zonder piek (2009), met melancholische en minder melancholische Nederlandstalige liedjes voor onder de kerstboom. Daarnaast kennen we hem als biograaf van Willem Elsschot, voor wie hij al sinds zijn studietijd een grote belangstelling heeft. Dat Van de Reijt niet stil kan zitten, blijkt wel uit het feit dat hij, onder zijn pseudoniem Frederik van der Kamp, onlangs het tijdschrift De God van Nederland mede-oprichtte, een ‘literair-cultureel-satirisch kwartaalblad’ voor ‘60 plus en 30 min’. Er is voor Van de Reijt dus genoeg om zich vrolijk over te maken, al verzucht hij ook: ‘We zitten in de eeuw van het verval.’

We spreken Vic van de Reijt in het café waar hij ook graag met zijn auteurs afspreekt, Het Molentje, vlakbij de uitgeverij in Amsterdam. ‘Heb je al gezien dat ik een eigen stoel heb? “Vic van de Reijt – uitgever” staat erop.’ ‘That chair is mine,’ zegt hij trots tegen de toerist die zijn stoel bezet houdt. ‘My personal chair.’ Al vijfentwintig jaar bestelt hij hier steevast om vijf uur een Duveltje.

We hebben je vaker met een Duvel op de foto zien staan. Waarom?
‘Voor mij is het hoogtepunt van mijn dagelijkse werkzaamheden de afspraak die ik om vijf uur heb in dit café, aan dat tafeltje. Ik begin elke dag pas rond een uur of tien. Lunchpauze neem ik niet, het gaat aan één stuk door: telefoontjes, mail, mensen die binnenlopen. Je bent de hele dag bezig om kleine brandjes te blussen, dat wordt het belangrijkste onderdeel van je werk en het communiceren met creatieve mensen lijdt daar als eerste onder. Je hebt wel de beruchte lunchafspraken met auteurs, maar voor je het weet zit je daar weer veel te lang. Dan moet er al vroeg wijn en bier gedronken worden, want de auteur vindt het leuk om eens met de uitgever te praten, die heeft alle tijd van de wereld.

Op een gegeven moment heb ik dus besloten dat het voor mij het beste werkt om de werkdag hier te besluiten, zonder telefoon en zonder mail. Bij het eerste Duveltje zwijg ik, dan laat ik de ander praten, en bij het tweede Duveltje begin ik terug te praten. Dat is het beroemde Duvel-overleg. Zo zijn er heel veel boektitels aan dat tafeltje bedacht. Met Arnon Grunberg heb ik in de vroegste jaren al daar gezeten en heel veel plannen gemaakt. Of ze nou willen of niet, auteurs moeten gewoon mee. Mijn lichaam eist om vijf uur dat ik een Duvel gestrikt heb.’

Lees het hele interview online op de website van Vooys.

Over de auteur

-