17 aanvragen ‘Initiatief literaire tijdschriften’
Afgelopen september ging het ‘Initiatief literaire tijdschriften’ van start. Dit initiatief – dat is opgezet door het Prins Bernhard Cultuurfonds en het Nederlands Letterenfonds – biedt redacties de kans om hun literatuurperiodiek verder te ontwikkelen op papier, internet en op het gebied van publieksbereik. De fondsen hebben hiervoor gezamenlijk een bedrag van € 100.000 ter beschikking gesteld.
De adviescommissie, bestaande uit Ton Anbeek, Ari Doeser, Nynke Kruiderink, Annemiek Neefjes en Thomas Verbogt, heeft maar liefst 17 subsidieaanvragen ontvangen, zowel van oudgedienden als nieuwkomers. Uit berichtgeving op Facebook valt inmiddels op te maken dat zes literaire tijdschriften doorgaan naar de volgende ronde. Het betreft: Hollands Maandblad, Terras, De Parelduiker, Liter, Das Magazin en P-Platform (de digitale doorstart van Passionate Magazine). Uiteindelijk blijven er drie literaire tijdschriften over, die straks aanspraak kunnen maken op respectievelijk € 45.000, € 30.000 en € 25.000. Wordt vervolgd dus.
Waar is dit op Facebook te lezen? Ik ben erg benieuwd, want heb er verder nergens iets over gelezen/gezien. En is het ook bekend wie er nog meer hadden aangevraagd?
Sommige redacties hebben dit zelf via Facebook bekendgemaakt. De overige namen circuleerden in de wandelgangen van Facebook. Ik heb het Nederlands Letterenfonds om een reactie gevraagd, maar zij verwezen mij naar het nieuwsbericht (9 januari jl.) op hun website. Daarin staat alleen vermeld dat de adviescommissie 17 aanvragen heeft ontvangen en dat ‘de procedure in volle gang’ is. Een en ander noopt dus tot enige terughoudendheid in de verdere berichtgeving.
Nette samenvatting, nette reactie, Arnoud. Beste Anja de Vries, ons tijdschrift De Revisor heeft individueel en met een groep tijdschriften aangevraagd, maar we zijn niet ‘door’. En behalve van het Letterenfonds (na volgende week) valt er berichtgeving te verwachten van NRC Handelsblad en Villamedia.
Dank, Daan. Daar kan ik nog aan toevoegen dat literair tijdschrift Parmentier de gezamenlijke subsidieaanvraag van harte heeft ondersteund, en graag had willen deelnemen aan de bouw van een website, portal of app voor het digitaal beschikbaar stellen of exploiteren van de rijke archieven van de literaire tijdschriften. Het heeft helaas niet zo mogen zijn. Overigens vind ik het jammer dat het Prins Bernhard Cultuurfonds en het Nederlands Letterenfonds voor deze verdeelsleutel hebben gekozen.
Arnoud, welke verdeelsleutel zou uw voorkeur hebben? Waarom is de huidige te betreuren? Beetje laat, maar ik zou het graag willen weten.
Volgens mij schuilt de kracht van het literaire tijdschriftenlandschap vooral in de pluriformiteit ervan. Daarom meen ik dat een verdeelsleutel van 5 maal € 20.000 of 4 maal € 25.000 wenselijker is. Daarnaast denk ik dat het tijdschrift dat straks € 45.000 ontvangt een te sterke concurrentiepositie kan ontwikkelen ten opzichte van periodieken die het met minder of met geen subsidie moeten doen.
Bedankt. Dat klinkt logisch en inderdaad als een betere verdeelsleutel. Waarom is daar niet voor gekozen en wel voor de huidige?
De reden daarvoor ken ik niet. Misschien komt deze verdeelsleutel voort uit het oude subsidiestelsel van het Nederlands Letterenfonds, waarbij ‘excellerende’ literaire tijdschriften bovenop de standaardsubsidie extra geld kregen (een soort bonus). Ik sluit ook niet uit dat de fondsen hopen dat deze verdeelsleutel iets meer persaandacht zal genereren: wanneer een literair tijdschrift wordt betoelaagd met bijna een halve ton levert dat waarschijnlijk meer mediabelangstelling op dan wanneer vijf literaire tijdschriften ‘slechts’ € 20.000 subsidie ontvangen. Hetzelfde geldt misschien voor het ‘wedstrijdelement’: 17 literaire tijdschriften dienen een aanvraag in, er gaan er 6 door naar de volgende ronde en uiteindelijk maken 3 literatuurperiodieken kans op goud, zilver of brons… Maar, zoals gezegd, dit is allemaal speculatief.
Er kan natuurlijk ook meer met die grotere bedragen, je kunt een tijdschrift echt overlevingskansen bieden, en de Fondsen zeiden ook expliciet duurzaamheid, toekomstgerichtheid, ondernemerschap te willen ondersteunen. € 20,000 zou voor De Revisor net iets meer zijn dan wat ze het afgelopen decennium jaarlijks kreeg. Maar het vervelende bijeffect van de grote bedragen is dat het tot gekke keuzes dwingt. De zes die nu geselecteerd zijn, zijn complementair, maar welke drie je nu uiteindelijk ook kiest, er zullen gaten vallen. Wat als je De Parelduiker niet selecteert, wie brengt dan nog de unieke verhalen over literatuur? Wat als je Terras laat vallen, wie brengt dan nog consequent nieuwe interessante buitenlandse auteurs? Ik vind het fantastisch dat dit prijzengeld ondanks de kille wind in subsidieland nog gevonden is, maar ik benijd de jury niet.
Het is zonder meer fantastisch dat de beide fondsen de handen ineen hebben geslagen en € 100.000 euro ter beschikking stellen aan de literaire tijdschriften. Niets dan lof daarvoor. Maar de wijze waarop het geld straks wordt verdeeld strookt niet met het diversiteitsbeginsel en ook niet met het streven naar continuïteit (het behoud en de uitbreiding van literaire tradities). Zoals ik al eerder schreef, denk ik dat het literaire tijdschriftenlandschap het meest gebaat is bij een zo breed en groot mogelijk aanbod van literaire genres/voorkeuren: historische literatuur, vertaalde literatuur, christelijk georiënteerde literatuur, experimentele literatuur, Friese literatuur, elektronische literatuur… De jury staat nu inderdaad voor de onmogelijke opdracht om appels met peren te vergelijken. Ik denk dan ook dat de commissie bij de beoordeling van de subsidieaanvragen niet zozeer zal kijken naar de inhoud of literaire denominatie van de tijdschriften, maar veeleer naar de marketingplannen (mediale zichtbaarheid, publieksbereik, sponsorwerving, enzovoorts).