Gepubliceerd op: dinsdag 2 oktober 2012

HET DEBUUT VAN EEN WITTE RAAF XIV

 

Ik herinner me de helende avond met Hans, die waarop hij trots het omslag van zijn eerlang te verschijnen roman Begrafenis van de sardine komt showen en aansluitend mijn, door zijn succes gemotiveerde, wekenlange doch vruchteloze, geploeter om tot een schema voor Romeo’s Vergissing te komen. Teneinde een doorbraak te forceren moet ik voorwerk verrichten, is de redenatie. Als ik het resumé van mijn verhaal eenmaal op papier heb, kan ik beginnen aan een globale opzet van de scènes, waarna het eigenlijke schrijven – het kan niet anders – vanzelf op gang zal komen.

Ik herinner me het testen van mijn knie en de opluchting na het eerste volwaardige rondje door het park. Ik herinner me doelloze fietstochten, de eeuwige boodschappen, stadswandelingen, premières, feesten, dinertjes, keihard over de koptelefoon afgedraaide muziek, dronkemansgezwets alsook momenten van helende sereniteit.

Ik herinner me de films In the name of the fatherCitizen KaneLe SamouraiI VitelloniThe Maltese FalconApocalypse NowParis, Texas, Macbeth, La Dolce VitaL’argentNaked en Roger & Me.

Ik herinner me mijn lectuur uit die weken: Bij nader inzienThe golden boughMechanisering van het wereldbeeldDe rennerLaughter in the darkPninMimesisDe tranen van ErosSqueeze playHet oog. De dodeWat mooi is, is moeilijkTerugschrijvenDe oude gringoLiterature and evilTorsoDe verborgen geschiedenisEen kunstkabinet.

En last but not least herinner ik mij de lezing van de tweede novelle uit een van de door Oscar van Gelderen gedoneerde boeken vanwege zijn fonds: Quintana Roo van journalist Ronald Vonk. Het buikbandje meldt in vette kapitalen: ONNEDERLANDS DEBUUT. Daaronder, in gemodereerd zetsel: Exotische eilanden, mysterieuze moorden, toegepaste dierkunde en dode meisjes.

De brallerige presentatie zij Arena voor deze ene keer vergeven: via Vonks proza begrijp ik Oscars voorkeur voor juist die drie onder mijn verhalen. Ik vat moed. Het moment hem te bellen om uitsluitsel over mijn roman is ten naaste bij aangebroken.

 

 

 

Over de auteur

- (1954) realiseerde een tiental toneelstukken en filmscenario’s. In 1995 verscheen bij Veen zijn debuutbundel Het slinkende papier. Later volgden de roman Passage (Veen, 2000) en een als ‘vrije oefening’ omschreven werk van autobiografische fictie, De cultus van het Lijden (De Arbeiderspers, 2006). In 2010 verscheen de roman Grand mal (De Arbeiderspers). In november 2012 verscheen bij het balanseer zijn poëzie onder de titel Schedelmoer & maatpak.