Terras 02 verschenen
Na het 00-nummer over uitzicht en het lijvige eerste officiële nummer over gereedschap heeft Terras nu haar tweede nummer over ruïnes gelanceerd. Terras 02 bestaat uit twee delen. Het eerste deel, ‘Ruïne‘, bestaat alleen digitaal. ‘Bestaan er ruïnes in de literatuur anno 2012?’ vroegen wij ons af, ‘Teksten waarin het verleden het heden raakt, opgepakt door het nu, met nog wel een paar krassen van vroeger. Wat is er op dit moment in de literatuur aan het verslijten?’ We hebben 12 internationale schrijvers gevonden uit 9 verschillende taalgebieden. Lees hun bijdragen op www.tijdschriftterras.nl – voor deze gelegenheid is onze site helemaal in een nieuw jasje gestoken – en via de links hieronder. Terras 02 verschijnt over een paar dagen ook als pdf en zal dan tegen betaling van 3 euro te downloaden zijn.
Het tweede deel van Terras 02 draagt de titel ‘Omhoog‘. Dit losbladige drukwerk is samengesteld door Miek Zwamborn en Melle Hammer. ‘Omhoog’ maakt in woord en beeld een tuimeling die begint in de stratosfeer en eindigt op de bodem van de zee. Kijk voor een digitale indruk op http://tijdschriftterras.nl/omhoog/ en dwaal rond door een wereld van gevonden beelden, anekdotes en teksten van eigen en andermans hand
De speciale gestencilde editie van ‘Omhoog’ verschijnt in een beperkte oplage en is op http://tijdschriftterras.nl/bestellen/ en in Boekhandel en webshop Perdu te koop voor 25 euro.
(Dit is slechts vijf euro minder dan de prijs van een jaarabonnement op Terras. Nog geen abonnee? Schrijf u nu in op http://tijdschriftterras.nl/bestellen/ en u ontvangt Terras 02 en het later dit jaar te verschijnen 03.)
TERRAS 02 – INHOUD:
Tijdens het zoeken naar beelden van Tesla, de uitvinder van de elektriseermachine, stuitten we op Weerlicht, een tekst van Jean Echenoz.
Het groezelige verhaal Sez Ner over het leven op een alp in Graubünden waar alles mis lijkt te gaan van de jonge schrijver Arno Camenisch is vertaald door Ton Naaijkens en ingeleid door Sanneke van Hassel.
Uit het Nieuw-Zeelands vertaalde Arthur Desmet voor ons een Verhaal van Pip Adam over drie verlopen personages die zichzelf en elkaar ten gronde richten.
Arie van der Ent vertaalde het rauwe relaas over een eerste liefde van Roman Sentsjin
Anatoli Gavrilov schrijft in het verhaal Mest : ‘Literatuur kan zich niet alleen met literatuur voeden, ze gaat dood van te veel spel, ze moet een hap verse lucht hebben, ze moet de geur van mest hebben.’ Arie van der Ent vertaalde van hem ‘B’ en ‘Oe’.
We namen gedichten en een lang verhaal over een ruïneuze stad met onderaardse gangen op van de Cubaanse schrijver Antonio José Ponte in een vertaling van Melani Reumers.
Uit het Hongaars kozen we vijf gedichten van Istvan Kemeny afkomstig uit een bundel Nuttige Ruïnes die vertaald werd door Monika Rinck, zelf een schrijfster, die vanuit de ontsporing van de taal schrijft en waar we in deze Terras en de vorige editie ook een aantal gedichten van publiceerden. Met een inleiding van Mischa Andriessen.
Kim Andringa vertaalde een tekst van de Franse Patrick Beurard-Valdoye, geschreven naar aanleiding van de hutten waarin Kurt Schwitters zijn Merztheorie materialiseerde.
Uit 1931 stamt de duikvlucht van de Chileen Vincente Huidobro, Voorwoord ofwel (Hogevalk, of de reis aan de parachute). Ingeleid en vertaald door Piet Devos.
Kiki Coumans schreef het essay Twee regels verwijderen: verwijderd, over de nagelaten gedichten van Hans Faverey.
En ten slotte het koelbloedige maar smachtende Wee, het debuut van Laurens Ham.
De redactie van Terras wenst u een aangename tuimeling!